Nauwelijks betere luchtkwaliteit door luchtwassers

ammoniakGEMERT-BAKEL – Volgens de ZLTO Gemert-Bakel worden met de nieuwste luchtwassers drie vliegen in één klap gevangen (Gemerts Nieuwsblad 27 augustus). In dit bericht worden de zaken wel erg rooskleurig voorgesteld. Op de eerste plaats is de intensieve veehouderij niet alleen de bron van een groot deel van de luchtvervuiling in onze regio, maar is zij ook verantwoordelijk voor de verspreiding van endotoxinen via de lucht en structurele vervuiling van oppervlaktewater, grondwater en bodem door een overschot aan mest- en mineralen. Die problemen zijn niet op te lossen met luchtwassers, maar vragen om een structurelere aanpak: minder beesten.

Ten aanzien van de luchtwassers verwijst de ZLTO naar een recent rapport van het RIVM (juni 2013). Volgens dat rapport blijken luchtwassers in landbouwontwikkelingsgebied (LOG) De Rips de uitstoot van ammoniak zo ver te verminderen dat, ondanks intensievere veeteeltactiviteiten, de luchtkwaliteit tussen 2008 tot en met 2011 niet is afgenomen. Is dat reden voor een feestje? Geenszins. Het feit dat de luchtkwaliteit niet verder is verslechterd, betekent nog niet dat de luchtkwaliteit nu goed is.

Ammoniak
Het bewijs hiervoor is te vinden in het dossier ‘Ammoniak in lucht 1993 – 2012’ van het Compedium voor de Leefomgeving, een gezamenlijke website van het CBS, Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen Universiteit. Daarop staat te lezen dat compendium_ammoniak_0461_002k_clo_08_nler in 2012 ook ammoniakmetingen zijn verricht nabij de Vredepeel op een steenworp afstand van LOG De Rips. Wat blijkt? De ammoniakconcentraties die in Vredepeel zijn gemeten, behoren tot de hoogste (jaargemiddelde 20 microgram/m³) die in 2012 in heel Nederland zijn gemeten. De gemiddelde (berekende) ammoniakconcentratie voor heel Nederland bedroeg bijna 7 microgram/m3.Met andere woorden: in onze regio lag de ammoniakconcentratie 286 procent boven het landelijk gemiddelde.

Het Compendium voegt daar nog aan toe dat ‘de variatie van het jaargemiddelde aan ammoniakconcentraties die de afgelopen jaren zijn gemeten bijna geheel te verklaren is uit verschillen in meteorologische omstandigheden tussen de jaren’. Om dan te gaan juichen dat de luchtkwaliteit ‘niet slechter is geworden’ door de inzet van luchtwassers is zacht uitgedrukt nogal vreemd. Het is veel logischer om te stellen dat luchtwassers géén substantiële bijdrage hebben geleverd aan het structureel terugdringen van de ammoniakconcentratie in onze regio. En voor alle duidelijkheid: 90 procent van de ammoniak in de atmosfeer is afkomstig uit de agrarische sector (stallen, mestopslagen, beweiding en uitrijden van mest).

Fijnstof
Met betrekking tot fijnstof (PM10) stelt het RIVM dat er naast de intensieve veehouderij andere bronnen zijn aan te wijzen die verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van fijnstof compendium_fijnstof_0241_002k_clo_12_nl(auto’s, vliegtuigen en industrie). Dat klopt inderdaad, maar het Compendium wijst er ook op dat naast de havens van Rotterdam en Amsterdam met name in gebieden met veestallen sprake is van verhoogde concentraties fijnstof. Daar komt nog een belangrijk verschil bij: met het fijnstof uit de intensieve veehouderij kunnen ziekteverwekkers (endotoxinen) meeliften en zich verspreiden via de lucht (voorbeeld: Q-koorts).

Het RIVM komt tot de conclusie dat ten aanzien van ammoniak de luchtkwaliteit de komende jaren nauwelijks zal veranderen ‘mits de luchtwassers net zo blijven functioneren als tijdens de metingen’. Aan dat laatste schort nogal wat, zo blijkt uit een reeks evaluatierapporten naar het functioneren van luchtwassers in de dagelijkse praktijk van de provincie Brabant, Inspectie Leefomgeving en Transport en de Algemene Rekenkamer. Het RIVM stelt verder dat uitbreiding van de veestapel ertoe kan leiden dat ‘zelfs met goed functionerende luchtwassers de grenswaarde voor de daggemiddelde concentratie kan worden overschreden’. Dit is wel mede afhankelijk van ontwikkeling van fijnstofemissies buiten het LOG.

Stankoverlast
Blijft tot slot over de stankoverlast. Het RIVM doet daar in het door de ZLTO aangehaalde RIVM-rapport géén enkele uitspraak over. Uit het rapport  ‘Veehouderij: ammoniak, geur en fijnstof 2009′ van de provincie Brabant (uitgave 2012) blijkt echter dat het aantal mensen dat last heeft van stank (‘geurhinder’) de afgelopen jaren slechts mondjesmaat is afgenomen en dat in gebieden met veel intensieve veehouderijen het aantal mensen dat last heeft van stank zelfs is gestegen. Kortom, alle reden om het juichverhaal van ZLTO Gemert-Bakel over luchtwassers nog eens kritisch tegen het licht te houden.

 

 

 

Dit bericht is geplaatst in Ammoniak / depositie, Fijnstof, Luchtkwaliteit, Luchtwassers. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Nauwelijks betere luchtkwaliteit door luchtwassers

  1. spêlêkster schreef:

    In feite oud nieuws: luchtwassers zijn luchtkastelen vol met gebakken lucht, gepropagandeerd door lieden die aan luchtfietserij doen. Het is gewoon de zoveelste vorm van boerenbedrog. Weet u nog? Vroeger toen er nog veeteelt was, hanteerde men de “stankcirkel”. De omtrek er van mocht geen woningen bereiken. Daarna kwam de veefabrikant met de z. g. “geurnorm”. Sindsdien stinkt het in Brabant als de hel!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.