Brabantse agrobedrijven: 136,5 miljoen EU-subsidie in 2015

EU_Brussel_vanDamBRABANT / BRUSSEL – Agrobedrijven in Brabant hebben in 2015 in totaal 136,5 miljoen euro aan EU-subsidies ontvangen. Het grootste deel (113 miljoen; 83%) werd direct uitbetaald in de vorm van bedrijfstoeslagen. De meeste bedrijfstoeslagen (40%) gingen naar agrariërs in de Peelregio (Brabant & Limburg) voor in totaal 51 miljoen euro. Staatssecretaris Martijn van Dam (PvdA) wil af van deze directe inkomenssteun en gaat in Brussel pleiten voor hervorming van het EU-subsidiestelsel. Hij wil meer aandacht voor duurzaamheid, landschapsbeheer, dierenwelzijn en meer ondersteuning voor innovatie. Maar ook: méér marktwerking…

In een interview met NRC Handelsblad gaf Van Dam op 21 mei 2016 aan dat Nederland af wil van directe inkomenssteun voor boeren; de kern van het huidige, Europese landbouwbeleid. Boeren zouden volgens de staatssecretaris voortaan overwegend subsidies moeten krijgen die gekoppeld zijn aan het realiseren van ‘maatschappelijke opgaven’, zoals duurzaamheid, natuurbehoud en dierenwelzijn. Ook wil hij een deel van het landbouwbudget inzetten voor ‘vernieuwing en verdere automatisering’. Alleen in situaties waarin de prijzen sterk dalen zouden boeren nog in aanmerking kunnen komen voor EU-compensatie.

Directe bedrijfstoeslagen: 113 miljoen
Brabantse agrobedrijven, voornamelijk melkveebedrijven, kregen vorig jaar in totaal € 113.275.746 aan directe bedrijfstoeslagen uitgekeerd. Ten opzichte van 2014 was sprake van een lichte daling van circa 3 miljoen euro, maar het relatieve aandeel van de directe inkomenssteun nam toe van 82,2% in 2014 naar 83% in 2015.

EU-subsidies_2015_bedrijfstoeslagen_regio_BrabantEvenals in 2014 ontvingen agrariërs in de Peelregio (Brabant & Limburg) ook in 2015 het grootste deel van de directe bedrijfstoeslagen uit de EU-subsidiepot: € 50.762.353. Omgerekend komt dit neer op 39,7% van het totale bedrag aan direct uitbetaalde bedrijfstoeslagen in deze regio’s.

Bedrijfstoeslagen Peelregio: 51 miljoen

EU-subsidies_2015_bedrijfstoeslagen_PeelregioBinnen de Peelregio gingen de meeste bedrijfstoeslagen (directe inkomenssteun) naar agrariërs in 1. Sint-Anthonis, 2. Gemert-Bakel en 3. Deurne. Dit zijn tevens gemeenten met een zeer hoge veedichtheid en dientengevolge hoge druk op milieu en leefbaarheid.

EU-subsidies mestverwerking: 2,5 miljoen
Naast directe inkomenssteun keerde de EU in 2015 nog een fors bedrag uit (in totaal ruim 23 miljoen euro) volgens diverse andere subsidieregelingen. Zo werd 2,1 miljoen verstrekt aan ‘specifieke steun voor investeringen in landbouwapparatuur met GPS en investeringen in duurzame opslagplaatsen’ en daarnaast nog eens 381.000 euro voor de ‘regeling investeringen in mestbewerkingsinstallaties (Artikel 68).

Dierenwelzijn en duurzame stallen: 2,1 miljoen
In het kader van dierenwelzijn, diervriendelijk produceren en investeringen in integraal duurzame stallen werd in totaal 2,1 miljoen euro door de EU uitgekeerd aan bedrijven in Brabant. Daarbovenop komen nog subsidies voor een totaalbedrag van 5 miljoen euro voor ‘modernisering van landbouwbedrijven’.

Klimaat, milieu en landschap: 500.000 euro
EU-subsidies_agromilieul_2015_2014_BrabantAndere regelingen betreffen EU-subsidies in het kader van agromilieuklimaatsteun en ‘agromilieubetalingen gericht op verduurzaming’. Hiervoor werd in 2015 iets meer dan 500.000 euro uitbetaald in Brabant. Dat is beduidend minder dan de 3,3 miljoen die hieraan in 2014 is uitgekeerd. Onder deze agromilieuregeling vallen onder andere bijdragen aan de provinciale Subsidie Agrarisch Natuurbeheer (SAN) en Subsidie Natuur en Landschap (SNL). Voor de ontwikkeling van ‘plaatselijke ontwikkelstrategieën ter verbetering van de leefkwaliteit’ is daarnaast 975.000 euro uitgekeerd.

Totaal EU-subsidies agrosector in Brabant: 136,5 miljoen
EU-subsidies_totaal_2015_2014_BrabantBij elkaar opgeteld keerde de Europese Unie vorig jaar in totaal 136,5 miljoen euro aan subsidies uit voor de agrosector in Brabant.Dat is circa 4 miljoen minder dan in 2014. Met de Limburgse Peelregio meegerekend kwam het totaal subsidiebedrag in 2015 uit op 156 miljoen. Opmerkelijk is dat daar nauwelijks nog subsidies bijzitten voor het verbeteren van natuur en landschap. En laat dat nou net het punt zijn waar staatssecretaris Martijn van Dam meer aandacht voor wil krijgen binnen de EU.

Van Dam: subsidies koppelen aan maatschappelijke opgaven
„Wij willen vergoeden wat voor ons allemaal van waarde is”, aldus Van Dam in een interview op 21 mei 2016 in NRC Handelsblad. “Dat je buiten de stad weilanden ziet, is voor ons allemaal heel waardevol. Maar voor een melkveehouder is het nu lucratiever als hij alle onkruid bestrijdt. Dat leidt tot minder biodiversiteit. Minder weidevogels. Als wij van die vogels genieten, vind ik het niet onterecht om de boer daarvoor te vergoeden. De subsidies moeten dus worden gekoppeld aan maatschappelijke opgaven. Verder willen we vooruitgang subsidiëren. Dus boeren stimuleren die willen innoveren en investeren in duurzamere productie.”

Meer marktwerking?
EU_Brussel_vanDam
Maar dat is niet de enige koerswijziging die Van Dam voorstaat. De staatssecretaris vindt namelijk dat de agrosector zich na 2020 nog meer moet gaan richten op de markt. Of deze visie werkelijk samengaat met de maatschappelijke doelen die hij beoogt, is nog maar de vraag. Op de eerste plaats dienen de uitgaven aan subsidies opgeteld en doorberekend te worden in de prijs vlees, zuivel, eieren. Ook dienen de externe kosten (die momenteel bijna volledig worden afgewenteld op milieu en leefomgeving) verrekend te worden in de prijs van het eindproduct in de supermarkt.

Een vreemde zaak is bovendien dat momenteel enorme bedragen aan EU-subsidies worden uitgekeerd aan een bedrijfstak die zich meer en meer richt op export naar de wereldmarkt. Feit is dat zonder deze subsidies de positie van de Europese agrosector op de wereldmarkt aanzienlijk slechter is. Dit betekent echter ook dat burgers in Europa meebetalen aan (te) goedkoop voedsel voor inwoners in bijvoorbeeld China. Deze subsidie gaat dus niet alleen ten koste van de portemonnee van EU-burgers, maar draagt ook bij aan verstoring van de lokale agrarische sector in deze exportlanden en zorgt tevens voor een aanzienlijke (over)belasting van milieu en leefomgeving in Europa. Dat geldt met name in het veedichte en de daardoor overbelaste provincie Brabant en regio N-Limburg.

Wereldmarkt versus maatschappelijke doelen
De hierboven geschetste subsidiestromen laten zien dat de economische belangen op dit moment vele malen zwaarder meewegen dan de middelen die ingezet worden ter verbetering van de leefomgeving en het milieu. Om die reden is het pleidooi voor wijziging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid door staatssecretaris Van Dam in beginsel een goede zaak.

Echter, met zijn inzet om meer marktwerking te stimuleren, levert de staatssecretaris de agrosector nog meer uit aan grillen van de wereldmarkt, waar de spelregels van de wereldhandelsorganisatie WTO en handelsverdragen als TTIP en CETA de toon aangeven. Binnen deze verdragen hebben ze een broertje dood aan milieu, dierenwelzijn en leefomgeving. Dat belooft weinig goeds voor de maatschappelijke doelen…

EU-subsidies_2015_tabel_Brabant

Dit bericht is geplaatst in EU-parlement, Europese Unie, Landschap, Leefbaarheid, Milieu, Natuur, Peelregio, Provincie Brabant, Provincie Limburg, Subsidies, TTIP, Voedselvoorziening. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.