ODILIAPEEL – Mestfabriek Terramass BV, de besloten vennootschap achter de mestfabriek aan de Nieuwedijk in Odiliapeel, ontving in 2015 volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) € 8,3 ton subsidie van de Europese Unie. Dit bedrag is het op twee na hoogste subsidiebedrag dat vorig jaar in Brabant is verstrekt in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Het roept vragen op over de wijze waarop de EU en Nederlandse overheid het principe ‘de vervuiler betaalt’ daadwerkelijk in de praktijk hanteren?
De mestfabriek in Odiliapeel kreeg de subsidie van de EU op basis van de regeling ‘Samenwerking voor de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés en technologieën in de landbouw met extra aandacht voor verduurzaming’. Volgens informatie op de website van het bedrijf is Terramass BV een samenwerking tussen Loonbedrijf Peters in Odiliapeel, de Mineralen Initiatief Coöperatie (MIC) uit Haps en Minovia BV, een bedrijf in Maasbree. Bij MIC zijn 85 veehouderijbedrijven aangesloten. Zij zijn de leveranciers van het mestoverschot aan de mestfabriek.

Mestfabriek in Odiliapeel in aanbouw in 2015.
8,3 ton EU-subsidie
Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland keerde de EU in 2015 € 833.671 subsidie uit aan Terramass BV. De rijksdienst geeft tevens aan dat deze besloten vennootschap gevestigd is in Peel en Maas, de gemeente waar Maasbree onder valt. De Kamer van Koophandel geeft echter als vestigingslocatie van Terramass BV niet de gemeente Peel en Maas op, maar de Nieuwedijk 15 in Odiliapeel (gemeente Uden). Op dat adres staat de eerder genoemde mestfabriek. Verder blijkt op het nabij gelegen adres Nieuwedijk 9 (vestigingslocatie van loonbedrijf Peters) nog een ander bedrijf te zijn gevestigd, Minovia Partners BV, een financiële holding.
Intratuin en supermarkten
De mestkorrels die de mestfabriek in Odiliapeel produceert, worden volgens de website onder meer verpakt in zakken met uiteenlopende formaten en verkocht aan Intratuin en een aantal niet nader genoemde supermarktketens. Intratuin vermeldt daarover onder meer het volgende: ‘Onze gedroogde mestkorrels zijn geheel natuurlijk en kunnen van februari tot en met november gestrooid worden in de siertuin, het gazon en bij groenten en fruit. Groot voordeel van korrels is dat ze gemakkelijk te strooien (stuifvrij) zijn en dat de voeding geleidelijk vrijkomt.’ Hoe mooi het ook klinkt: het gaat hier om het afzetten van een stevig gesubsidieerd mestoverschot waar de gemiddelde consument of tuinliefhebber totaal geen weet van heeft.
Vervuiler betaalt?
De vraag is waarom de EU zo’n grote som gemeenschapsgeld heeft verstrekt aan deze mestfabriek? Het economische beginsel de vervuiler betaalt (met een t), gaat er juist van uit dat iedere vervuiler financieel verantwoordelijk is voor het verwijderen of ongedaan maken van de door hem veroorzaakte vervuiling. ‘Als dit niet het geval zou zijn, zouden deze kosten afgewenteld worden op de gemeenschap als geheel en uit de algemene middelen moeten worden 
Het uitgangspunt ‘de vervuiler betaalt’ werd voor het eerst in 1972 geformuleerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dit principe is in 1975 overgenomen door de toenmalige EEG en later vastgelegd in de Europese Akte in art. 174, lid 2 EG (thans EU). De vervuiler betaalt is sindsdien een van de algemene uitgangspunten van het milieubeleid van de Europese Unie en is later ook overgenomen door Nederland in de algemene bepalingen voor het milieubeleid. Naast het principe ‘de vervuiler betaalt’ is het EU-milieubeleid ook gebaseerd op het beginsel van preventief handelen. Dat wil zeggen dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron bestreden dienen te worden, aldus Infomil. In dit geval zou het dus logischer zijn om de bron van het mestoverschot aan te pakken: minder beesten houden!
Vervuiler wordt betaald!
De forse subsidiebedragen die de EU en de Nederlandse overheid blijven verstrekken aan allerlei soorten mestfabrieken werpen een heel ander licht op het principe ‘de vervuiler betaalt’ in de dagelijkse praktijk. Niet de vervuiler betaalt de kosten, maar de vervuiler wordt betaald (met een d). Want naast EU-subsidies keert de Nederlandse overheid flinke subsidies uit voor het opwekken van zogenaamd ‘duurzame energie’ aan mest)vergisters via de regeling Stimulering Duurzame Energie Plus (SDE+).
Volgens een kritisch rapport van de Algemene Rekenkamer (2014) wordt er in Nederland circa 62 miljoen euro subsidie via de SDE+ aan (mest)vergisters uitbetaald. Daarnaast zijn er nog allerlei andere aantrekkelijke investeringsregelingen, zoals MIA en Vamil. Overigens is de mestfabriek in Odiliapeel zeker niet de enige die gebruik maakt van de riante subsidieruif.
Waarom?
De kernvraag blijft: wáárom de agrosector de kosten voor het mestoverschot niet zelf hoeft te betalen? De kans is dan natuurlijk groot dat de prijs van deze ‘innovatieve’ mestkorrels aanzienlijk hoger zal uitvallen en dat consumenten (en akkerbouwers!) deze mestkorrels laten liggen. Maar in werkelijkheid betaalt de belastingbetaler nu ook al mee aan het ‘wegwerken’ van het mestoverschot, zij het onzichtbaar via de blauwe envelop en via financiële afdrachten van de Nederlandse staat aan de EU.
Mestdialoog en mestverwaarding
Bovenstaande feiten werpen een ander licht op de uitnodiging van de provincie Brabant om deel te nemen aan de zogeheten ‘mestdialoog’ waarin het provinciebestuur steevast het accent probeert te leggen op ‘mestverwaarding’. Onder het motto ‘we komen er samen wel uit’ worden milieugroepen verleid om gedoogsteun te leveren aan de bouw van mestfabrieken. In schril contrast met de vele argumenten en feiten die milieugroepen in de Peelregio de afgelopen jaren talloze malen hebben aangedragen over de doodlopende weg van dit beleid.
Die argumenten bleken telkens opnieuw aan dovemansoren gericht en verdwenen tijdens inspraakprocedures over het RO-beleid van provincie en gemeenten simpelweg in de prullenbak met het stempel ‘niet ter zake’ en ‘buiten de orde’. Nu zowel de veesector als de verantwoordelijke politici en bestuurders compleet zijn vastgelopen in het eigen mestmoeras, krijgt de belastingbetaler op sluikse wijze de rekening gepresenteerd en worden milieugroepen ineens uitgenodigd om mee te komen praten over het vinden van een oplossing voor het mestoverschot… Hoe doorzichtig!
Zie ook de volgende berichten:
- Brabantse agrobedrijven: 136,5 miljoen EU-subsidie in 2015
- Algemene Rekenkamer: 62 miljoen subsidie mestvergisters












Schandalig! Waar blijft het ”eigen broek ophouden”, waar de overheid zo over roept?
Krijg je als b. v. timmerbedrijf, ook subsidie?
Geweldig initiatief om mestkorrels te maken (ook) voor verkoop aan consumenten in tuincentra en supermarkten. Geweldig leuk te lezen. Mooi, natuurlijk en circulair dat we onze eigen tuin dan kunnen bemesten met dierlijke mest, naast GFT compost. Tja dat vraagt inderdaad innovatie en misschien ook wel subsidie. Vergeet even niet dat de kunstmest die we nu allemaal rondstrooien spotgoedkoop gemaakt kan worden dankzij zeer lage energieprijzen en CO2-credits. Dus als die milieueffecten van de kunstmestketen en -industrie meegeteld zouden mogen worden, dan zou misschien geen subsidie meer nodig zijn. Maar ja dat is weer lastig in een open wereld waar (ook kunstmest) industrie moet concurreren om te overleven. Wie gaat daarover een keer schrijven ? Groeten.
Beste Johan, dank voor je reactie. Inhoudelijk zijn wij het echter volstrekt oneens met je visie. Hier is helemaal geen sprake van een circulaire economie. Kort samengevat: de varkens in Nederland eten soja uit Zuid-Amerika; 80% van het vlees wordt geëxporteerd (in toenemende mate naar China); het mestoverschot (in de Peelregio opgelopen tot ~70%) blijft achter en wordt verwerkt met geld van de gemeenschap tot mestkorrels. Verwijzen naar de productie van kunstmest is een tamelijk doorzichtige truc: kijk eerst eens naar de huidige productieketen. Nog los van de subsidies. De productieketen is allerminst duurzaam en gaat ten kosten van verlies van biodiversiteit wereldwijd en klimaatverandering. Terwijl er vanuit het oogpunt van volksgezondheid helemaal geen noodzaak is tot het eten van vlees (in de mate zoals dat nu gebeurt, is zelfs ronduit ongezond voor mens, dier en planeet). We zijn het met je eens dat je alle effecten moet meetellen. Daarom een tip: lees dit artikel en de andere linkjes in deze reactie om je blik enigszins te verruimen. Tot slot blijft het uitgangspunt van de EU en Nederlandse overheid staan: waarom zou de varkenssector deze chronische vervuiling niet zelf betalen?
Wat circulair? Gaan ze die korreltjes terug brengen naar Z-Amerika? En zo ja, wat kost dat vervoer met die boten met zeer vieze diesel. Zo vies, dat ze zelfs in veel havens niet eens meer welkom zijn!
We – de Nederlandse belastingbetalers – schenken jaarlijks 20 miljoen aan BMC, de verwerker van pluimveemest in Moerdijk.
Mijn hemel, wat een betoog opeens op mijn simpele waardering om kunstmest te vervangen. Er wordt nu opeens van alles bijgehaald. Tja als we perse willen dat we ergens oneens zijn dan is dat heus wel te vinden. Het lijkt wel een Brexit discussie te gaan worden. Ik twijfelde gister fors om nog te reageren, maar neem nu aan het toetsenbord dan toch even de moeite. U (wie is U eigenlijk) haalt er van alles bij, waar ik misschien als burger van Oost Brabant ook een mening over kan hebben, ik twijfel, maar ga toch wat schrijven. Over vlees eten etc.
Ik eet zo weinig mogelijk vlees, en waar mogelijk vis. Ik steun verder volledig Uw betogen tot vermindering van emissies uit veehouderij en meer specifiek varkenshouderij van geur, NH3 en CH4 (over dat laatste hoor ik veel te weinig). Dus inderdaad emissies moeten terug en hinder moet weg. Wilt U dat van mij horen?
Dan over circulariteit. Ook dat punt steun ik. We moeten veel beter in de gaten hebben waar onze voedingsstoffen vandaag komen, en waar mogelijk moeten we het restant daarvan (de nutriënten, meer specifiek P) ook maar weer terug brengen. Die benadering steun ik van harte. Persoonlijk doe ik dat ook nog eens, ik eet chocolade van en bedrijf waar in de keten wordt gedacht en dus een deel van de meststoffen wordt teruggebracht (www.chocolatemakers.nl). Ik eet inlandse groenten en zoveel mogelijk koolhydraten vanuit aardappelen en niet van rijst. Ik doe onderzoek naar het waarderen van rioolwatermeststoffen naar de oorsprong (humane mest vanuit alles wat wij eten, ook daarvan komt zeer veel uit verre landen). Maar daar gaat het helemaal niet over.
Waar ik gister over schreef is de waardering om van dierlijke mest een kunstmestvervanger te maken en juist ook om dat te verkopen aan particulieren via tuincentra etc. Ik vind dat een goed plan. Dat zou veel meer navolging moeten vinden, en mag ook financieel ondersteund worden. De kunstmestproductie wordt immers ook financieel ondersteund door het volledig negeren van de milieueffecten in de kostenopbouw. Dus op mijn tuin geen kunstmest, alleen compost van plantenmateriaal en inderdaad bewerkte dierlijke mest. Dat is waar ik gister over schreef en niet meer. Als U het daarmee oneens bent dan hoor ik dat graag. Het bezorgt me dus zoveel meer reactie te ontvangen, dat stimuleert niet om een serieus bericht te schrijven, het nodigt alleen maar uit tot anoniem gewauwel.
Groet, en succes met Uw werk en deze website.
Beste Johan, een groot deel van uw betoog gaat over persoonlijke keuzes en andere zaken. Die laten we in deze reactie buiten beschouwing. U stelt: “We moeten veel beter in de gaten hebben waar onze voedingsstoffen vandaag komen, en waar mogelijk moeten we het restant daarvan (de nutriënten, meer specifiek P) ook maar weer terug brengen.”
Dat betekent ten aanzien van de grootschalige import van soja (en ander diervoer) dat de mest terug moet naar (Zuid-)Amerika. Dát is precies het punt dat we via de verwijzingen in de eerdere reactie hebben getracht aan te geven. Of u deze artikelen daadwerkelijk hebt gelezen, kunnen we niet beoordelen.
Toch is het in de kern waar het hier omdraait: de veeindustrie is allesbehalve circulair. En de bijdrage aan het verminderen van fosfaat uit kunstmest is marginaal (circa 5%). Het grootste probleem vormt stikstof, waarvan circa 50% verloren gaat in de keten. Wat betreft CH4: duurzame energie uit mest is een fabel.
Het feit dat u de berichten op deze website, gebaseerd op allerlei (wetenschappelijke) publicaties en rapporten, als gewauwel betiteld laten we voor uw rekening.
Naar verluidt, ligt deze fabriek, evenals een soortgelijke in Ysselstein, al weken stil. Het ”verwerken”, werkt niet. Wie weet daar meer van?
Beste Johan, mijn tuin houdt ik al 10-talen jaren in leven zonder mest, zonder drek, zonder kunstmest. Uitsluitend groen”bemester” en plantaardig ”af-val”, vaak letterlijk, zoals bladeren. Ik zal u verklaren waarom. Kort voor dat ik deze tuin had, werd er nog zo’n ton ”mest” op gekiept. Toen ik later ging kijken, lagen er allerlei injectienaalden, medicijndopjes, e.d. tussen die drek, die dus absoluut geen mest mag heten. U begrijpt, dat men van die drek, mooie korreltjes kan persen, MAAR al die residuen, zitten daar in verstopt, met hun bijbehorende hormonen, antibiotica, enz.. Derhalve zou ik nog eerder de door u ongewenste kunstmest willen aanwenden, dan die niet MEST-, maar DREK-korreltjes. Denk ook aan het bespuiten van het opgroeiend, (gen?) veevoer in b. v. Z-Amerika.
Ik probeer het voor de laatste keer. Op de meeste punten steun ik U van harte. Maar de kern is, ik heb alleen maar een positief voorbeeld willen geven dat dierlijke mest een positieve bijdrage heeft als gebruik als kunstmestvervanger ook voor huishoudens. Want daar gaat het bericht over. En daar wil ik graag Uw mening over. Dat het misschien maar een lichtpuntje is, akkoord. Maar het kan een geweldige voorbeeld werking hebben, misschien zelf naar akkerbouw en grasland, maar daar had ik het niet over. Dus nogmaals, graag daar alleen Uw mening over.
Ik wil toevoegen, het gaat niet alleen om P als kunstmestvervanger maar juist ook N. U noemt ook weer allemaal nieuwe zaken, dus laat ik even een snelle beschouwing geven. Ja ik steun U met tegengaan emissies/verlies van N, naar elke milieucompartiment. Dus daar zit geen tegenstelling. Dan de discussie over mestvergisting. Ja, ik weet dat vergisting geen verwerking is. Ook daarover heb ik al vaak gepubliceerd en het zit zelfs zodanig in ons onderwijs. Vergisting richt zich tot koolwaterstoffen, en verwerking richt zicht tot nutriënten en volgens de meststoffenwet tot P. U hebt helemaal gelijk en ik steun U daarin.
Dat vergisting een fabel is steun ik weer niet. Mijn betoog : waarom zou het voor humane mest (rioolwater), dus ook het Uwe, wel een optie zijn (voorbeeld: http://www.energiefabriekapeldoorn.nl), en voor dierlijke mest niet ?. Vergeet niet dat die CH4 sowieso toch ontwijkt, vaak bij opslag en uitrijden. Blijkbaar voor niemand een aandachtspunt. En als je betoogt (zoals Swinkels) dat CH4 op te vangen en te benutten (dus via vergisting) dan krijg je er van langs via Uw platform. Jammer.
Ja, misschien is dit ook slechts een lichtpuntje in de transitie naar hernieuwbaar gas, maar ook hier geldt dat als we allemaal minder energie gebruiken, het aandeel duurzame energie vanzelf groter wordt. Mijn betoog : heb je mest, benut dan de energiecomponent. Ook een punt is dat Uw cijfers gebaseerd kunnen zijn op oude mest, die dus in opslag deels al is uitgegist. 12 m3 gas (Biogas of CH4 ?) uit 1 ton mest vind ik een laag getal.
Dan de laatste opmerking. Nee ik betitel niet de wetenschappelijke rapporten, hoe komt U daarbij. Het gaat erom dat ik probeer een serieuze discussie te voeren via een website onder mijn persoonlijk naam en verder vooral anonieme reacties lees, ook gewauwel. Dat bedoelde ik. Dat ik verder van mening ben dat U selectief wetenschappelijke notities opneemt/citeert in Uw artikelen neem ik wel graag voor mijn rekening.
Blijft dat ik op veel fronten Uw meningen deel. Misschien benader ik het iets anders, en eerder vanuit de opportunities dan vanuit het probleem. Dat er meningsverschillen zijn zal ook zo zijn. Daarvoor is de dialoog. Ik heb niet de waarheid in pacht.
Groet en succes.
Beste Johan,
Via een eerder genoemd linkje (wat we niet gaan herhalen) is aangegeven dat circa 5% van het fosfaat in Nederland afkomstig is uit kunstmest en dat het verlies aan stikstof rond de 50% ligt. De bijdrage aan dierlijke mest als fosfaatvervanger is dus zeer beperkt (nog afgezien van de lage gehaltes en verhouding aan P en N in de uitstroom van mestfabrieken). Het beperken van het chronische stikstofverlies in de veehouderijketen zet wat dat betreft meer zoden aan de dijk. Het effect van het fosfaatgebruik door particuliere in tuinen is hiertegen afgezet uiterst marginaal. Het zal u aanspreken dat wij voor een integrale visie en aanpak van het milieuprobleem staan, waarbij alle aspecten worden meegewogen. Niet alleen in Nederland, maar ook de impact op wereldschaal. U noemt dat ‘nieuwe dingen’. Voor Mens, Dier & Peel is dat het vertrekpunt. Je kunt niet selectief ‘duurzaam’ zijn.
Het ‘winnen van gas’ via vergisters (of het nu co- of monovergisters zijn) is een proces dat energetisch marginale opbrengsten oplevert (opnieuw: tel hierbij alle facetten mee). Er gaan structureel enorme sommen subsidies naar toe. Vaak wordt dan tegengeworpen dat er ook subsidies naar bijvoorbeeld zonnepanelen en windmolens gaan. Dat klopt, maar hierbij gaat het om écht duurzame energie, terwijl vergisters zelfs op lange termijn niet rendabel zullen worden. Of het nu (mest)vergisters zijn of andere installaties. In feite worden producenten op deze wijze gesubsidieerd van hun afvalstromen afgeholpen. Die kosten zouden in de prijs van het eindproduct (vlees, zuivel, eieren) verwerkt moeten zijn. Zie onze verwijzing naar externe kosten en het principe ‘de vervuiler betaalt’.
We zijn het met u eens dat het beter zou zijn als mensen met hun eigen naam zouden reageren. De sociale druk in Oost-Brabant en Noord-Limburg is echter van dien aard dat veel mensen daar gereserveerd mee omgaan.
Vriendelijke groet, Mens, Dier & Peel
Beste Johan. M. i. ziet u wat over het hoofd. Wat heden uit die (mega)stallen komt is g e e n mest, maar drek. Lang geleden al bestond er echte mest uit z. g. potstallen, als ik het juist heb. Deze bestond uit schapenkeutels vermengd met heideplaggen. Later hadden de boeren een m e s t-vaalt. Een mengsel van stro, hooi, e. d. Het gaat dus om het toevoegen van plantaardige stoffen. En dat is heel wat anders dan de (vloeibare) drek de door de betonnen roosters van megastallen/vee-fabrieken in de kelder loopt.