PEELREGIO – Ammoniak, stank en fijnstof. De intensieve veehouderij laat niet alleen een flinke afdruk achter in de bodem en in het grond- en oppervlaktewater, maar ook in de lucht. Binnen Brabant en Limburg vindt de grootste uitstoot van deze stoffen plaats in de Peelregio. In 2016 stoot de veesector in deze regio 13,3 miljoen kg ammoniak en 1,3 miljoen kg fijnstof per jaar uit en daarnaast 88 miljoen eenheden stank (“odeurs”) per seconde. Op jaarbasis zijn dit ruim 2,7 biljard geureenheden (Ou/jr). De Gezondheidsraad concludeerde in 2012 al dat er ongezond veel stikstof in het Nederlandse milieu aanwezig is. Recentere onderzoeken van onder meer het RIVM (2015) en GGD, IRAS en ZonMw onderstrepen dat de luchtkwaliteit ondermaats tot slecht is.
De normen voor fijnstof (PM10) worden in Nederland op een groot aantal locaties overschreden ten gevolge hoge achtergrondconcentraties afkomstig van industrie en intensieve veeteelt. Het gaat daarbij vooral om gebieden met veel intensieve veehouderijen in Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Dat staat te lezen in een rapport van het RIVM (december 2013) over de stand van zaken van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Het RIVM spreekt op deze locaties van ‘hardnekkige overschrijdingen’. In dit artikel zet Mens, Dier & Peel de problematiek rond de luchtkwaliteit in Brabant en Noord-Limburg op een rij.
Uitstoot aan fijnstof door de intensieve veehouderij op basis van gegevens van gemeenten en provincie Brabant en Limburg. Duidelijk is dat de fijnstofproblematiek vooral geconcentreerd is in de Peelregio.
De intensieve veehouderij in de gemeente Venray is met stip de grootste vervuiler in de Peelregio. Veebedrijven in deze gemeente zijn in 2016 verantwoordelijk voor de uitstoot van 948.000 kg fijnstof. Qua fijnstof scoren veebedrijven in de gemeente Bernheze nog hoger, namelijk 117.000 kg. Ook de gemeenten Nederweert, Deurne, Asten en Someren scoren hoog als het gaat om fijnstof afkomstig uit de intensieve veehouderij.
Meer stankoverlast
Bewoners in gebieden met veel intensieve veehouderijen hebben meer en vaker last van geurhinder (stankoverlast) dan tot dusver is aangenomen op basis van de Handreiking Wet Geurhinder en Veehouderij. De mate van hinder hangt samen met de geurbelasting in de omgeving én het diertype. In het huidige geurbeleid wordt daar echter geen rekening mee gehouden. Om een reëel beeld te schetsen van de werkelijke geurbelasting en ervaren hinder, zou dat wel moeten, aldus een onderzoek van GGD Brabant / Zeeland, Universiteit Utrecht (IRAS), ZonMw en de Academische Werkplaats Milieu en gezondheid.
Deze afbeelding toont de concentratie aan geureenheden uitgestoten door de intensieve veehouderij in 2016.
In 2016 stoot de veesecor in de Peelregio ruim 2,7 biljard geureenheden (Ou/jr) uit (een getal met 15 nullen). Mensen die dicht in de buurt van veehouderijen wonen hebben meer luchtwegklachten, zoals hoesten en een piepende adem. De longfunctie van omwonenden in een gebied met veel koeien, kippen en varkens neemt namelijk met 2 tot 5 procent af. Ook komen er 10 procent meer longontstekingen voor in de omgeving van pluimvee. Dat blijkt uit een driejarig onderzoek van het RIVM, Universiteit Utrecht (IRAS), Wageningen UR en NIVEL onder 2.500 omwonenden uit Noord-Brabant en Limburg. Het NOS Journaal en Nieuwsuur schonken er donderdag 7 juli uitgebreid aandacht aan.
Ongezond veel stikstof
Volgens de Gezondheidsraad heeft een teveel aan reactief stikstof directe en indirecte nadelige effecten op de gezondheid van mensen. Bij een direct effect werkt reactief stikstof rechtstreeks in op de gezondheid. Van een indirect effect is sprake wanneer het nadelige veranderingen in het milieu teweegbrengt die vervolgens een ongunstige invloed hebben op de gezondheid.
Naast fijnstof en stank stoot de intensieve veehouderij veel ammoniak uit. Een extra dillema is dat deze uitstoot geconcentreerd is in een regio waar ook kwetsbare natuurgebeiden liggen, zoals de Groote Peel, Deurnese Peel en Mariapeel.
Ammoniak afkomstig van dierlijke mest heeft een sterke geur en veroorzaakt al bij lage concentraties geurhinder. Bij hogere concentraties kan ammoniak schadelijke effecten veroorzaken als irritatie van ogen en luchtwegen. Bij gemiddelde concentratie in de buitenlucht is er volgens de Gezondheidsraad waarschijnlijk geen effect op de Nederlandse volksgezondheid te verwachten.
Ammoniak: ook slecht voor natuur
De veesector in de Peelregio stoot in 2016 in totaal 13,3 miljoen kg ammoniak uit, waarvan 7,8 miljoen kg afkomstig is uit de Brabantse Peelregio en 5,5 miljoen uit het Limburgse deel. Ammoniak is niet alleen slecht voor de volksgezondheid, maar ook voor de natuur. Veel ammoniak slaat neer op kwetsbare natuurgebieden in de vorm van stikstofverbindingen en zorgt voor een overmaat aan voedingsstoffen. Dit leidt onder andere tot ‘vergrassing’ en verlies aan biodiversiteit. Om dit proces een halt toe te roepen, worden er allerlei maatregelen genomen, zoals installatie van luchtwassers en het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Kritische rapporten wijzen uit dat luchtwassers en het PAS-beleid in de praktijk onvoldoende effectief zijn. Het gevolg is dat de beoogde doelstellingen ter bescherming van kwetsbare Natura2000-gebieden niet worden gehaald.