DEN HAAG – Op steeds meer locaties verschijnen mestvergisters in het landschap. Uit gegevens van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) blijkt dat belastingbetalers fors meebetalen aan het in bedrijf houden van dergelijke installaties. Tussen 2011 en 2016 heeft de RVO ruim 1,7 miljard euro aan subsidies (SDE+) verleend aan mest(co)(mono)vergisters. Het zijn omstreden installaties die op de eerste plaats nauwelijks energie opleveren (laat staan duurzame energie) en voor veel stankoverlast zorgen. Op de tweede plaats lossen mestvergisters het mineralenprobleem (overschot aan fosfaat en stikstof) helemaal niet op. En ten derde: forse subsidie haalt het principe ‘de vervuiler betaalt’ compleet onderuit.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) verstrekt subsidies aan mestvergisters in het kader van de regeling Stimulering Duurzame Energie Plus (SDE+). De plus staat voor mestvergisters en is er later pas bijgekomen. Aanvankelijk heette de regeling SDE (zonder plus). Die was enkel bedoeld voor het stimuleren van écht duurzame energie uit windkracht en zonlicht.
Een meerderheid in de Tweede Kamer voegde er een dikke plus aan toe. Sindsdien worden mest(co)vergisters rijkelijk gesubsidieerd. Omwonenden krijgen er ongevraagd een hoop stank voor terug. In 2016 werd het subsidiefeestje nog een keer dunnetjes overgedaan, waarna ook mest(mono)vergisters volop profiteren van de subsidieruif ten laste van de belastingbetalers. Het onschuldig lijkende plusje in SDE+ kost de gemeenschap inmiddels een berg geld.
800 miljoen voor mest(co)vergisters
Mens, Dier & Peel dook in de cijfers van de RVO en zette de subsidiebedragen voor mest(co)(mono)vergisters op een rij. Dat levert zacht uitgedrukt een onthutsend beeld op. Zo is er tussen 2011 en 2016 bijna 800 miljoen euro subsidie verleend aan mest(co)vergisters voor het produceren van warmte en/of omzetting in stroom door middel van warmtekrachtkoppeling (WKK). Het grootste deel van dit bedrag (bijna 300 miljoen euro) is verleend aan mest(co)vergisters in de provincie Brabant.
Bovenstaande subsidies zijn maximaal gegarandeerd subsidiebedragen volgens de SDE+ voor mest(co)vergisters. De bedragen worden uitbetaald afhankelijk van de geproduceerde energie over een looptijd van 5 of 12 jaar.
950 miljoen voor mest(mono)vergisters
De bedragen die de overheid uitgeeft aan mest(co)vergisters liegen er niet om. Maar het kan nog bonter. De SDE+ is in 2016 verder uitgebreid met subsidies voor zogeheten mest(mono)vergisters die gas produceren dat na een speciale nabewerking geleverd kan worden aan het reguliere aardgasnet. Volgens de RVO is aan de eigenaren van deze mest(mono)vergisters in totaal ruim 950 miljoen euro subsidies toegezegd. Opnieuw gaat het grootste deel van deze subsidie (205 miljoen) naar de intensieve veehouderij in Brabant.
De stijging van subsidies aan mest(mono)vergisters is in 2016 fors toegenomen, met name in Noord-Brabant. Inmiddels wordt er meer subsidie verstrekt aan mestmonovergisters dan aan mestcovergisters.
Ruim 1,7 miljard euro subsidie
Wanneer de door de RVO verleende subsidies voor alle typen mestvergisters (productie van warmte, WKK of gas) bij elkaar op worden geteld, dan kost het in bedrijf houden van deze installaties de belastingbetaler in totaal ruim 1,7 miljard euro. Dit bedrag wordt niet in één keer uitbetaald, maar over een periode van 5, 8 of 12 jaar. Voor heel Nederland komt dat neer op bijna 150 miljoen euro per jaar.
In Nederland wordt volgens de RVO bijna 150 miljoen euro subsidie (SDE+) per jaar uitgegeven aan mest(co)(mono)vergisters. Dit bedrag is dus exclusief subsidie aan vergisters die voor andere doeleinden worden ingezet, zoals waterzuiveringen en andere toepassingen. De intensieve veehouderij in Brabant krijgt veruit de meeste SDE+ subsidie voor mestvergisters (ruim 43 miljoen euro). Zonder deze subsidies zijn deze installaties volstrekt onrendabel.
Subsidie aan mestvergisters per plaats
Volgens de toezichthouder, de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) waren er op 7 maart 2017 in totaal 113 vergistingsinstallaties in Nederland in bedrijf, waaronder 95 mestvergisters. De hoogte van de subsidie aan deze mestvergisters verschilt enorm. Dit heeft te maken met de capaciteit van de installatie, de toegekende subsidie per kWh, eventuele proefstatus van de installatie, enz. Zelfs bij een onschuldig lijkend bolletje in het landschap kan het gaan om tientallen miljoenen aan subsidie. Hieronder het totaal verleende subsidiebedrag aan mestvergisters per plaats en energietype in Brabant en Limburg.
Top 10 subsidies mestvergisters De drie mest(co)vergisters in Wanroij (gemeente Sint Anthonis) voeren met ruim 72 miljoen euro subsidie de lijst aan van grootste subsidieontvangers in Nederland.
De mestvergister van Blue Sphere Brabant in Sterksel is met ruim 151 miljoen euro op afstand de grootste subsidieslurper in Brabant én Nederland. Coevorden (Drenthe) zit er maar net onder (149 miljoen) gevolgd door een mestvergister in Westdorpe (Zeeland) op de derde plaats met 118 miljoen euro. Het gaat hier om recent toegekende subsidies aan installaties die (deels) nog gebouwd worden.
Subsidie aan mestvergisters in Brabant en LimburgDeze grafiek toont de mestvergisters die draaien op basis van SDE+ in Brabant en Limburg.
Subsidie mest(co-)vergisters?
Welke politieke partijen hebben subsidiëring van vergisters mogelijk gemaakt? Het antwoord op die vraag is terug te vinden in parlementsverslagen van de Tweede Kamer. CDA, PvdA, VVD, D66 en CU stemden op 20 januari 2015 tegen een motie van Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren om een einde te maken aan de subsidie op aan mest(co-)vergisters. Daarmee negeerden deze partijen een rapport van de Algemene Rekenkamer, waarin kritische kanttekeningen werden geplaatst bij het nut en de effectiviteit van deze uitgaven aan mestvergisters. SP, GroenLinks, PVV, 50Plus en PvdD (indiener van de motie) stemden vóór afschaffing van deze subsidie.
Subsidie monovergisters
Esther Ouwehand (PvdD) was op 1 november 2016 opnieuw de indiener van een motie tegen verdere verruiming van de subsidie aan monomestvergisters en voorstelde om dit geld te besteden aan zon-pv-installaties. VVD, CDA, PvdA, D66, CU, PVV en 50Plus stemden vóór een extra subsidie van 150 miljoen euro per jaar voor mestmonovergisters. De motie van de PvdD kreeg wel steun van SP, GroenLinks en de Groep Kuzu/Öztürk.
Naast SDE+ ook nog andere subsidies
In dit achtergrondartikel ligt de focus op het verstrekken van subsidies in het kader van de SDE+. Deze subsidieregeling is bedoeld om het verschil in productiekosten af te dekken tussen energie uit fossiele bronnen (kolen, gas, olie, enz.) en duurzame energiebronnen als zon en wind. Daarnaast worden er nog andere subsidies en fiscale voordelen aan eigenaren van mestvergisters uitgekeerd, waaronder subsidies van de Europese Unie, de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil).
Of biomassa tot deze duurzame energiebronnen gerekend dient te worden valt ten zeerste te betwijfelen. De milieuwinst staat ter discussie en de energiebalans tussen hoeveelheid geïnvesteerde energie en de werkelijke opbrengst eveneens. Uit mest zelf valt nauwelijks energie te halen zonder toevoeging van co-producten zoals maïs. Laat staan zonder subsidie. En een bijdrage leveren aan het oplossen van het mineralenprobleem doen mestvergisters evenmin.
- Meer informatie: FAQ mestvergisters
Mestfabrieken in Brabant
De Partij voor de Dieren (PvdD) in Brabant heeft in een artikel alle locaties en geldstromen beschreven richting mestfabrieken met daarin onderstaand kaartje.
Energie uit “mest ” halen? Net zo iets als die alchemisten in de duistere Middeleeuwen, die van lood goud “maakten”. En zo gaat de Roverheid maar door met het paard achter de wagen te spannen. Dit is geld storten in een bodemloze afgrond.