Rondetafelgesprek over mestfraude in Tweede Kamer

DEN HAAG – Mens, Dier & Peel heeft donderdag 22 juni op verzoek van de vaste commissie Economische Zaken deelgenomen aan een rondetafelgesprek over mestfraude in de Tweede Kamer. Het gesprek bestond uit drie gespreksrondes: wetenschappers, toezichthouders en overheden, en belangenorganisaties.  Volgens een aantal sprekers zou de omvang van de mestfraude niet zijn te kwantificeren. Mens, Dier & Peel wees op een aantal rapportages, waaruit de omvang van de mestfraude wel degelijk valt af te leiden.

Bijdrage rondetafelgesprek mestfraude – 22 juni 2017

Uit allerlei rapporten van onder meer politie, NVWA, Algemene Rekenkamer, RIVM, WUR, PBL en andere organisaties blijkt dat er al jaren op omvangrijke schaal signalen worden afgegeven over fraude met mest, waardoor doelen ter bescherming van milieu en leefomgeving niet worden gehaald. Een belangrijke oorzaak is gebrek aan toezicht en handhaving, mede door ontoereikende budgetten voor toezichthoudende instanties ten gevolge van politieke keuzes. In deze notitie geeft Mens, Dier & Peel een beknopt overzicht.

Politierapport: mestfraude eenvoudig door gebrekkig toezicht
Volgens het rapport ‘Nationaal dreigingsbeeld 2017; georganiseerde criminaliteit’ (juni 2017) vindt er in Nederland op omvangrijke schaal fraude plaats bij het ophalen, transporteren, afleveren, bemonsteren, wegen en verantwoorden van mest. Frauderen met mest is niet alleen lucratief, maar ook relatief eenvoudig: controle vindt voornamelijk achteraf plaats op papier (vaak pas na een jaar). Slechts 1.200 van de ruim 900.000 mesttransporten per jaar worden actief door de NVWA gecontroleerd. Als belangrijkste oorzaken worden genoemd: gebrekkig en versnipperd toezicht op mineralenstromen, gestapelde wetgeving en bereidwillige ‘mestintermediairs’, lage opbrengsten voor de veehouders, oplopende mestoverschotten en hoge afzetkosten.

Brief minister Blok aan Tweede Kamer
Minister Blok van Veiligheid en Justitie schrijft in een brief d.d. 1 juni 2017 aan de Tweede Kamer dat er ‘weliswaar relevante casuïstiek beschikbaar is, maar dat het vooralsnog ontbreekt aan betrouwbare kwantitatieve informatie. Hierdoor is het bepalen van een dreigingsomvang erg lastig. (..) Wel wordt de ernst van deze verschijnselen onderkend door inzichtelijk te maken welke risico’s en consequenties er in relatie tot milieucriminaliteit en cybercrime aan de orde zijn.’ Mens, Dier & Peel is het niet eens met deze visie. Er zijn al jaren signalen dat mestfraude geen uitzondering is, maar een structureel probleem. Dat blijkt naast eerder genoemd politierapport onder meer uit:

  1. Synthese mestmonitor 2006-2010: 45 miljoen kg fosfaat ‘zoek’ uit varkensmest (WUR)
  2. Cumela: 25%-40% mest in ZO-Nederland wordt illegaal verhandeld (jan. 2014)
  3. Praktijk: Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN) meet hoge ammoniakwaarden
  4. Invallen bij bedrijven en uitspraken rechtbanken over mestfraude (o.a. Brab, Friesl)
  5. Spagaat: lage opbrengsten, grote mestoverschotten en hoge afvoerkosten
  6. Rapport PBL: 4 tot 28% stikstof en 8 tot 29% fosfaat verdwijnt in milieu (april 2017)

Mestmonitor 2006-2010: 45 miljoen kg fosfaat ‘zoek’ uit varkensmest
Tussen 2006 en 2010 is er volgens het rapport ‘Synthese mestmonitor 2006-2010’ (WUR 2011) 45 miljoen kg fosfaat ‘zoekgeraakt’ afkomstig uit varkensmest. Deze hoeveelheid staat gelijk aan de totale jaarproductie van fosfaat in varkensmest. Volgens de boeteclausules in de Meststoffenwet (€ 11 per kg fosfaat, € 7 per kg stikstof en € 7 per kg wegens overtreding Meststoffenwet) gaat het om een boete van circa € 2 miljard die nooit is geïnd.

Cumela: 25%-40% mest in ZO-Nederland wordt illegaal verhandeld
In Zuidoost-Nederland wordt 30 tot 40 procent van het totale mestvolume illegaal verhandeld en gedumpt, aldus brancheorganisatie Cumela (Boerderij, jan. 2014). Op basis van de totale mestproductie in dit gebied (CBS 2014: 8 miljoen ton) wordt er met 2,4 tot 3,3 miljoen ton gefraudeerd. Omgerekend is dat 22-29,5 ton stikstof en 8,7-11,5 ton fosfaat.

Deze hoeveelheden corresponderen met een boetebedrag tussen de 460 en 612 miljoen euro. Boetes die nooit of hooguit deels zijn opgelegd en geïnd. Op een brief van de Peelgroepen aan de Kamer over de fraudegevoeligheid van de Meststoffenwet is nooit gereageerd. Ook brieven van milieugroepen en signalen van oppositiepartijen en de Algemene Rekenkamer (stikstofbeleid en PAS onvoldoende) worden maar al te vaak genegeerd. Cliëntelisme voert de boventoon.

Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN) meet hoge ammoniakwaarden
Uit metingen van het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN) van het RIVM blijkt dat de ammoniakconcentraties rond kwetsbare natuurgebieden (o.a. Groote Peel, Deurnese Peel en Mariapeel) tussen 2005 en 2012 niet of amper zijn gedaald en van jaar tot jaar sterk fluctueren. De cijfers duiden erop dat emissiereducerende technieken onvoldoende effectief zijn óf dat er meer mest wordt uitgereden dan op papier wordt aangegeven.

Ook diverse rapportages over bodem-, lucht- en waterkwaliteit geven aan dat technische maatregelen onvoldoende effect sorteren. Daarnaast zijn er observaties waaruit blijkt dat het beleid niet overeenkomt met de praktijk, waaronder die van Nederlandse Mycologische Vereniging in opdracht van min EZ. Menno Boomsluiter, centrale coördinator, zegt daarover in het ED (24-10-2015): “Nederland zinkt weg in de stront, voornamelijk door de bio-industrie. (..) De biodiversiteit en de gezondheid van het bos komen onder zware druk te staan.”

Invallen en uitspraken over mestfraude (o.a. Brabant, Friesland)
Hoewel politie en NVWA aangeven onvoldoende budget en middelen te hebben voor adequaat toezicht, bieden gerechtelijke uitspraken inzicht in de aard van de mestfraude. Een bekende casus in Brabant is de rechtszaak tegen een mesthandelaar in Lierop (gemeente Someren) die miljoenen euro’s verdiende aan het illegaal afvoeren van mest. Op dit adres waren 12 BV’s en 3 stichtingen zijn gevestigd. Ook werden huizen en andere panden doorzocht in België, Duitsland, Zwitserland en Polen.

Tijdens de rechtszitting bleek dat het bedrijf een VW Golf had met 10 GPS-systemen erin die de afvoer van mesttransporten simuleerden. Ook elders in het land zijn er diverse malen rechtszaken aangespannen vanwege mestfraude. Dhr. Kant, hoofd Opsporing van NVWA zei sept. 2012 in NRC: “De regelgeving is te ingewikkeld. Dat maakt handhaving lastig. En sjoemelen is financieel heel aantrekkelijk.” Anno 2017 wordt dit nog steeds bevestigd door het rapport “Nationaal dreigingsbeeld 2017; georganiseerde criminaliteit”.

Spagaat: lage opbrengsten, grote mestoverschotten en hoge afvoerkosten
Lage opbrengsten voor vlees en zuivel, oplopende mestoverschotten (Peelregio circa 75%) als gevolg van extreme veestapel en gebrek aan grond in combinatie met oplopende mestafzetkosten creëren een situatie die het verleidelijk maken om te frauderen met mest. Onze conclusie: dit productiemodel zit op een doodlopende weg. Dat blijkt eveneens uit het niet meetellen van allerlei externe kosten.

Van Drunen et al. (2010) en  Blonk et al. (2011) hebben berekend dat de ‘echte’ meerkosten voor varkensvlees tussen € 1,84 en € 2,06 p/kg liggen. Deze kosten worden nu eenzijdig afgewenteld op milieu en maatschappij. Dit businessmodel is failliet, zeker als je de 1,7 miljard euro subsidie meetelt die de overheid steekt in mest(co)(mono)vergisters. Deze installaties leveren geen bijdrage aan het oplossen van het mineralenprobleem. Een kind kan zien dat er in dit zogenaamde biogas (CH4) geen P of N voorkomen. Bovendien: waar is het principe ‘de vervuiler betaalt’?
Bovenstaande grafiek geeft een indicatie van de mestfraude in Zuid omgerekend naar fosfaat en stikstof (x 1.000 kg) op basis van het evaluatierapport van het PBL.

PBL: 4 tot 28% stikstof en 8 tot 29% fosfaat verdwijnt in het milieu
In het recent verschenen evaluatierapport Meststoffenwet (april 2017) schat het PBL dat in 2014 in het zuidelijk zandgebied 4-28% van alle stikstof en 8-29% van alle fosfaat uit mest verdwenen is in het illegale circuit. Deze “overbenutting” leidt tot een extra nitraatuitspoeling van 5-30 milligram per liter (deels te wijten aan mestfraude) waardoor de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water niet worden gehaald.

Omgerekend gaat het illegaal gebruik van 5-37 miljoen kg N en 4-14,5 miljoen kg P die boetes vertegenwoordigen tussen de 81 en 420 miljoen euro. Toenemende afhankelijkheid van mestexport maakt het toezicht op de meststromen nog complexer en daarmee de fraudegevoeligheid alleen maar groter. Regie en extra toezicht (en budget) van de Rijksoverheid blijft noodzakelijk.

 

Dit bericht is geplaatst in Bodem, Mestfraude, Mestoverschot, Milieu. Bookmark de permalink.

2 reacties op Rondetafelgesprek over mestfraude in Tweede Kamer

  1. spêlêkster schreef:

    Wij allen weten dat er gesjoemeld wordt en wat er gesjoemeld wordt. Maar wat dan nog? De vee-fabrikant is zoiets als een soort museumstuk, wat je niet mag aanraken. Bewijs??? Vraag dat maar eens aan bijvoorbeeld de mensen die besmet zijn met Q-koorts… of aan hun nabestaanden.

  2. Jan schreef:

    De overheid staat blijkbaar machteloos in de aanpak van deze milieuvervuilende stinkende sector. Waarom anders vraagt de “kakelverse” minister van landbouw (en milieuvervuiling) aan de sector om de fraude met mest aan te pakken. Hier wordt duidelijk de crimineel beloond.
    Wie gaat op dit dossier de staat aansprakelijk stellen en eisen dat de enige goede oplossingsgerichte weg namelijk véél minder vee in Nederland. Lost héél veel problemen in een klap op en kan binnen één jaar gerealiseerd zijn met voldoende politieke wil en daadkracht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.