In april 2015 werd met trommels en trompetten het einde van de melkquotering ingeluid. Vooruitlopend werd de melkveestapel vanaf 2012 fors uitgebreid. Een paar maanden na afschaffing van de quota schoot de melkveesector al door het fosfaatplafond, de maximaal toegestane hoeveelheid fosfaat die met “Brussel” was afgesproken. Waarschuwingen werden genegeerd. Uit cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) blijkt dat het herstellen van het fosfaatplafond de belastingbetaler zeker € 37,5 miljoen heeft gekost. Het grootste deel hiervan (€ 9,4 miljoen) werd uitgekeerd aan melkveehouders in Noord-Brabant.
Om de overschrijding van het fosfaatplafond te herstellen, werd een fosfaatreductieplan opgesteld om de hoeveelheid fosfaat binnen de melkveehouderij te reduceren. Hierbij werden met inzet van EU-subsidies drie wegen bewandeld, twee binnen de melkveesector en een binnen de varkenssector. Bij melkveehouders ging het om een regeling om te stoppen met de melkveehouderij of reduceren van de hoeveelheid fosfaat bij voortzetting van het bedrijf (ook wel GVE-regeling genoemd).
Melkveehouderij
Uit cijfers van de RVO blijkt dat in totaal 473 melkveehouders gebruik hebben gemaakt van de subsidieregeling om hun melkveebedrijf te beëindigen (regeling III.10.a). Dit heeft de gemeenschap € 27 miljoen gekost. Daarnaast maakten 2.919 melkveehouders gebruik van de regeling om de melkproductie te reduceren (III.10.b). Dit heeft € 6,5 miljoen aan subsidies gekost. Bij elkaar opgeteld heeft herstel van het fosfaatplafond binnen de melkveehouderij € 33,5 miljoen gekost, waarvan (€ 9,4 miljoen) werd uitbetaald aan melkveehouders in Noord-Brabant.
Uitsplitsing van de EU-subsidies per maatregel per provincie & gemeente:
Stoppen melkveehouderij | Reductie melkproductie |
Stoppen melkveehouderij | Reductie melkproductie |
Volgens een bericht in het vakblad Nieuwe Oogst (april 2017) is met de stoppersregeling, ondanks het grote aantal melkveehouders die zich hiervoor aanmeldden, niet de beoogde fosfaatvermindering bereikt. In het fosfaatreductieplan stond dat met de stoppersregeling de hoeveelheid fosfaat zou dalen met 2,5 miljoen kilo fosfaat, daarvan is maar een krimp van 1,5 miljoen kilo fosfaat gerealiseerd. Het vakblad stelt dat dit is veroorzaakt door een lager budget voor de stoppersregeling dan eerder was voorzien. Veehouders die hun bedrijf voortzetten moesten dit compenseren door extra fosfaat te reduceren ofwel meer koeien van de hand te doen.
Slachthuis of export
De facto betekende deze ingreep dat circa 175.000 melkkoeien werden afgevoerd naar het slachthuis of geëxporteerd naar het buitenland. De reductiemaatregel leidde verder tot een daling van het aantal melkkoeien op bestaande bedrijven. Volgens het CBS was eind 2017 het aantal melkkoeien gedaald met 129.000 en het aantal jonge dieren voor de melkveehouderij met 150.000.
Ongeoorloofde staatssteun
De zuivelindustrie zou aanvankelijk € 10 miljoen bijdragen aan het fosfaatreductieplan. ‘Dit plan stuit echter op de Europese regels voor staatssteun’, aldus Nieuwe Oogst. Een bizarre situatie. De belastingbetaler moet meebetalen aan het oplossen van de fosfaatoverschrijding veroorzaakt door melkveehouders, terwijl de zuivelindustrie (die grotendeels eigendom is van dezelfde melkveehouders) niet zou mogen meebetalen? Binnen de EU geldt toch het principe ‘de vervuiler betaalt’?! Het mee laten betalen van burgers staat haaks op dit principe! Juist dit zou beschouwd moeten worden als ongeoorloofde staatssteun!
Varkenshouderij
Een andere subsidieregeling om de fosfaatproductie te beteugelen, was gericht op fosfaatreductie binnen de varkenshouderij (III.10.c). De Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) kreeg hiervoor in 2017 bijna € 4 miljoen subsidie uit Brussel. Bij elkaar opgeteld hebben belastingbetalers tenminste € 37,5 miljoen meebetaald een extra maatregelen om de overschrijding van het fosfaatplafond terug te draaien…
Juist! De vervuiler zou moeten betalen. Maar dat geldt niet voor de beschermde soort van vee-fabrikanten. Als je b.v. een meubelfabrikant bent en er komt wat stof naar buiten gewaaid: reken er maar op dat de Roverheid meteen met een vette boete klaar staat.
Alle onheil: ziekten, bodem-, water-, lucht-, en stankverontreiniging komt terecht op het bordje van de belastingbetaler. Zie de torenhoge ”landbouw”subsidies. En dit terwijl de levens van m.n. de Q-koortspatiënten en hun nabestaanden, voorgoed zijn verwoest.