ASTEN – Mens, Dier & Peel heeft bezwaar aangetekend bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vanwege de weigering om handhavend op te treden tegen het in bedrijf zijn van een illegale mestverwerkingsinstallatie in Asten. De vergunning van deze installatie is 28 november 2018 in hoger beroep vernietigd door de Raad van State. De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) geeft in een reactie op het handhavingsverzoek van Mens, Dier & Peel aan dat het ‘niet oppertuun’ is actie te ondernemen tegen deze overtreding, omdat er een traject loopt om de aanvraag alsnog te vergunnen.
Volgens de ODZOB, een instantie die namens de provincie Noord-Brabant toezicht dient te houden op de naleving van vergunningen, draait de mestverwerker aan de Dijkstraat in Asten momenteel op een oude vergunning uit 2013. Daarin staat dat er aan de Dijkstraat 6.000 ton mest mag worden verwerkt. De gebouwde installatie, waarvan de vergunning 28 november 2018 is vernietigd door de Raad van State, heeft een veel grotere capaciteit, namelijk 80.000 ton. De installatie bestaat onder andere uit twee zogeheten biomembraansilo’s en een zeefbandpers.
Niet oppertuun
De ODZOB stelt dat het “niet oppertuun” is om tegen deze overtreding op te treden, omdat er een traject loopt om de aanvraag van Kovemi alsnog te vergunnen. Verder stelt de toezichthouder namens de provincie dat het nu laten verwijderen van silo’s en zeefbandpers ‘onevenredige kosten’ met zich mee zou brengen.
Mens, Dier & Peel wijst er in haar bezwaarschrift aan de provincie op dat de rechtbank Oost-Brabant op 29 augustus 2017 in een tussenuitspraak al gesommeerd heeft de bouwwerkzaamheden van de mestverwerker aan de Dijkstraat in Asten te staken en dat verder bouwen voor risico is van de eigenaar, Kovemi BV dan wel Koolen-Jonkers BV. Desondanks werd de tussenuitspraak genegeerd en werd gewoon verder gebouwd.
In bedrijf genomen
Na herhaalde handhavingsverzoeken werd tijdens controle door de ODZOB in september 2017 vastgesteld dat de installatie al in bedrijf was genomen ‘en dat deze niet stilgelegd kan worden, omdat anders het biologische proces in de membraansilo zou worden verstoord’. Met andere woorden: de installatie was ondanks de tussenuitspraak van de rechtbank in 2017 al in bedrijf genomen. In de reactie van de ODZOB van 7 maart 2019 op het handhavingsverzoek van Mens, Dier & Peel wordt geen overtuigend bewijs geleverd dat de installatie nu níet in gebruik is.
Wel geeft de ODZOB toe dat er luchtwassers in bedrijf zijn genomen die onderdeel uitmaken van de door de Raad van State vernietigde vergunning. Volgens de toezichthouder zou deze installatie een hoger rendement hebben. Overtuigend bewijs hiervoor wordt echter niet geleverd. Verder staat dit los van het feit dat het installeren en in gebruik nemen en houden van deze apparatuur in strijd is met de vernietigde vergunning of ze nu wel of niet beter zouden werken. Hiermee is, afwijkend van de uitspraak van de Raad van State, immers sprake van eigen richting.
Verwerkte mest
Een ander argument dat wordt aangedragen is dat de hoeveelheid verwerkte mest binnen de afspraken van de oude vergunning valt. Volgens de ODZOB zou door Kovemi BV tot 11 februari 2019 4.450 ton mest zijn verwerkt. Vanaf 1 januari 2019 gerekend komt dat neer op gemiddeld 106 ton mest per dag. Indien over de periode sinds 11 februari tot medio april hetzelfde gemiddelde per dag wordt gehanteerd (wat aannemelijk is op het einde van de winter), is er sindsdien circa 6.700 ton mest verwerkt. Daarmee komt de totale hoeveelheid verwerkte mest (4.450 + 6.700) uit op meer dan 11.000 ton.
Volgens de oude vergunning van 25 juni 2013 mag aan de Dijkstraat in totaal maar 6.000 ton mest per jaar worden verwerkt. De restcapaciteit vanaf 11 februari 2019 is dus slechts 1.553 ton mest. Aangezien er nog dagelijks verkeer aan- en afrijdt naar deze mestverwerkingsinstallatie is het aannemelijk, mede omdat sluitend bewijs van het tegendeel ontbreekt, dat er inmiddels meer dan 6.000 ton mest is verwerkt.
Bezwaarschrift
Omdat de vergunning van de uitgebreide mestverwerkingsinstallatie op 28 november 2018 door de Raad van State is vernietigd én er geen overtuigend bewijs is geleverd dat de capaciteit van de oude vergunning uit 2013 niet wordt overschreden, heeft Mens, Dier & Peel op 17 april 2019 een bezwaarschrift ingediend tegen het niet-handhaven door de provincie Noord-Brabant met betrekking tot deze mestverwerker.