GEMERT-BAKEL – Het bestuur van Mens, Dier & Peel heeft de ministers Schouten (LNV) en De Jonge (VWS) per brief opgeroepen op om zo snel mogelijk over te gaan tot het preventief ruimen van álle nertsenbedrijven in verband met besmettingen met het SARS-Cov-2 (coronavirus); te beginnen in Oost- Brabant en Noord-Limburg. De brief is verzonden in samenwerking met oud-huisarts Jan Hoevenaars en Jos van de Sande, arts Maatschappij en Gezondheid, en lid van Artsenforum Gezondheid Natuur en Milieu. Ook de Tweede Kamer en Veiligheidsregio’s hebben een kopie ontvangen.
De auteurs constateren dat het tot dusver gevoerde beleid niet heeft geleid tot het beëindigen van besmettingen op nertsenbedrijven in Oost-Brabant en Noord-Limburg. Sinds het versturen van de brief zijn er nog twee nieuwe besmettingen bijgekomen; een in Ven-Zelderheide (Noord-Limburg) en een in Altforst (Land van Maas en Waal). Daarmee is het virus voor het eerst aangetoond boven de grote rivieren.
Besmettingsroute
“Het stelt ons bepaald niet gerust dat de besmettingsroute van nertsen nog steeds niet is opgehelderd. In dit verband wijzen we op enkele uitspraken van epidemioloog Arjan Stegeman (Universiteit Utrecht) die nauw betrokken is bij het onderzoek naar besmettingen bij nertsen. In het Eindhovens Dagblad (9 juli) noemt hij de voortgaande besmettingen onder nertsen een ‘onaangename verrassing’. Verder stelt Stegeman dat ‘de mens toch de meest waarschijnlijke bron’ blijft. “Mogelijk circuleert het virus nog in een groep mensen rond nertsenbedrijven in de regio Zuidoost-Brabant en Noord-Limburg.” Een hypothese die naar wij vrezen waar blijkt te zijn.
Ook de constateringen van onderzoeker Wim van der Poel (Wageningen Universiteit) gedaan bij Omroep Brabant (4 augustus) versterken het beeld dat de situatie allesbehalve onder controle is. Van der Poel stelt dat het nertsenbedrijf in Rijkevoort ‘heel sterk positief was’ en dat ‘alle dieren die we daar hebben getest, besmet bleken te zijn. Dat betekent dat we er op dit bedrijf feitelijk te laat bij waren. Het virus heeft dus langere tijd kunnen rondwaren wat het risico op verder verspreiding vergroot’, concludeert Van der Poel.”
Testen levende dieren
De huidige meldplicht en vroege signalering gaan uit van het melden van dode dieren voor nader onderzoek. Proactief onderzoek naar de aanwezigheid van het coronavirus onder levende dieren wordt, zo ver wij kunnen nagaan, momenteel niet uitgevoerd. Althans daar wordt niet over gerapporteerd. Wij roepen u op de screening onder levende nertsen zo snel mogelijk uit te laten voeren op alle nertsenbedrijven in heel Nederland.”
Het beeld dat de situatie niet onder controle is, blijkt ook uit het persbericht dat het ministerie van LNV en VWS op 9 augustus verspreidde naar aanleiding van twee nieuwe besmettingen in Elsendorp en Vredepeel. Daarin staat dat ‘het testen van medewerkers op nertsenbedrijven nader wordt uitgewerkt in samenwerking met de GGD’.
Testen medewerkers
“Wij vinden het onbegrijpelijk dat het snel en accuraat testen van medewerkers vier maanden na de eerste besmettingen nog steeds niet is gerealiseerd! Het mag onderhand toch duidelijk zijn dat verspreiding van het virus vooral via mensen plaatsvindt? Waarom worden of zijn medewerkers van nertsenbedrijven en de huisvestingssituatie van arbeidsmigranten niet eerder getest? En afgezien daarvan: het feit dat er telkens nieuwe besmettingen worden vastgesteld, zou op zichzelf al voldoende reden moeten zijn om in te grijpen.
In de brief worden ook zorgen uitgesproken over de arbeidsomstandigheden en huisvesting van arbeidsmigranten en het potentiële risico dat deze mensen het virus (onbewust en onbedoeld) verder kunnen verspreiden via bezoek aan kerk, supermarkt en/of terras. Het idee dat het virus zich niet via de lucht zou verspreiden in de nabije omgeving van nertsenbedrijven is dus beslist geen garantie dat er geen verdere verspreiding van het virus kan optreden. Daarbij wordt ook gewezen op twee besmettingen die zich in Milheeze en Deurne van nerts op mens hebben voorgedaan.”
Niet-medische mondkapjes
“Daarmee komen we aan het volgende punt, het zogeheten ‘aangescherpte hygiëneprotocol’. In uw Kamerbrief van 10 juli kondigt u onder meer het volgende aan: ‘Belangrijke wijziging in het protocol is het verplichte gebruik van niet medische mondkapjes en gezichtsschermen door medewerkers op alle nertsenbedrijven.’
We horen bijna dagelijks van het RIVM dat het dragen van niet-medische mondkapjes geen (extra) bescherming biedt. Des te vreemder is het dat juist u deze niet-medische mondkapjes verplicht stelt voor alle medewerkers op nertsenbedrijven. Wij kunnen dit beleid niet volgen. Ergo: wij zijn bepaald niet verbaasd dat de besmettingen onverminderd verder gaan.”
Opheffen vervoersverbod
“Ook het ‘onder voorwaarden’ opheffen van het vervoersverbod in uw Kamerbrief van 10 juli heeft ons onaangenaam verrast. Juist op een moment dat de besmettingsroute niet duidelijk is, is het ondanks de meldplicht en early warning systeem, onverantwoord om dieren en/of mest te transporteren. Wij brengen in herinnering dat tijdens de uitbraak van de varkenspest in 1997 in de nachtelijke uren op grote schaal dieren zijn verplaatst, waardoor de uitbraak destijds volledig uit de hand liep.”
“We constateren dat het besluit om het verplaatsen van nertsen onder de huidige omstandigheden toe te staan vooral is ingegeven vanuit bedrijfseconomische belangen (waarbij dierenwelzijn als excuus wordt gebruikt) en níet vanuit het oogpunt van volksgezondheid. In dit verband merken we op dat bij uitbraken van andere dierziekten direct wel álle bedrijven in de wijde omgeving worden geruimd, terwijl dat in dit geval – terwijl het hier gaat om een hoog-pathogene zoönose – niet wordt gedaan. Onbegrijpelijk en onacceptabel.”
Afstand woonkernen
In de brief wordt vastgesteld dat alle tot dusver besmette en geruimde nertsenbedrijven op een afstand van 0,4 km tot circa 2,5 km van een woonkern zijn gelegen (overige woonhuizen in het buitengebied niet meegeteld). De gemiddelde afstand van de geruimde bedrijven tot nabijgelegen woonkernen is 1,75 km.
“Op dit moment zijn er nog diverse nertsenbedrijven actief die op minder dan 1 km van een woonkern liggen. Niet zelden betreft het doorgaande routes voor fietsers (onder wie schoolgaande kinderen). De onderlinge afstand tussen nertsenbedrijven is vaak maar enkele honderden meters of minder. Dit zijn risicofactoren waarmee terdege rekening gehouden dient te worden met het vochtige najaar in aantocht en – wat we allen hopen te voorkomen – een tweede coronagolf in Nederland.”
Doden en slachten
“Ook wordt er in de brief op gewezen dat medewerkers van nertsenbedrijven tijdens het zogeheten “oogsten” (doden en slachten) intensief contact hebben met nertsen, waardoor de kans op nieuwe besmettingen van dier op mens dit najaar sterk zal toenemen met alle risico’s voor andere inwoners in deze regio’s. “Het is algemeen bekend dat medewerkers en arbeidsmigranten die werkzaam zijn bij nertsenhouders vaak op meerdere locaties worden ingezet. Ons is echter geen informatie bekend, waaruit blijkt dat medewerkers en arbeidsmigranten proactief en periodiek worden gescreend op aanwezigheid van het coronavirus. Nog afgezien van de doelmatigheid en het daadwerkelijk en adequaat gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen.”
Geen herstart
“Ook het aanhouden van een deel van de (besmette) moederdieren voor het fokken van een nieuwe nertsenpopulatie is risicovol en vinden wij om die reden onverantwoord. Het kan niet zo zijn dat besmette nertsenbedrijven met veel publiek geld worden geruimd om hen vervolgens dit najaar weer een doorstart te laten maken met alle risico’s op het ontstaan van nieuwe brandhaarden van het coronavirus. Wij vinden het hoe dan ook onverantwoord dat dit najaar (en de jaren daarna) nertsenhouderijen in bedrijf blijven of herstarten om vervolgens potentiële virusreservoirs te vormen die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid.”
Volksgezondheid centraal
“Volgens de Wet publieke gezondheid zijn gemeenten verantwoordelijk voor het borgen van de lokale gezondheid. Onder de huidige omstandigheden vormen nertsenbedrijven voor gemeenten een toenemend en oncontroleerbaar probleem, waardoor zij deze taak niet meer naar behoren kunnen uitvoeren. Het kan niet zo zijn dat de rijksoverheid deze problematiek laat voortbestaan en op het bord van gemeenten legt.”
“Het argument dat u geen juridische middelen zou hebben om dit te verhinderen, klinkt bepaald niet overtuigend. Als heel Nederland wordt platgelegd via een ‘intelligente lockdown’, dan verwachten wij een intelligente oplossing van u ter bescherming van de volksgezondheid. Als dat niet zou kunnen, zegt dat vooral iets over de huidige wet- en regelgeving, waarin economische belangen van een selecte groep bedrijven kennelijk zwaarder wegen dan onze volksgezondheid.”
Preventief ruimen én geen herstart zonder vaccin
De brief wordt afgesloten met de oproep aan beide ministers om zo snel mogelijk over te gaan tot preventief ruimen van alle nertsen, te beginnen in Oost-Brabant en Noord-Limburg. “Verder verwachten wij dat er zo snel mogelijk een adequate regeling komt om hoe dan ook een herstart van nertsenbedrijven dit najaar te voorkomen. Wij stellen ons wat dit betreft op het standpunt dat het in bedrijf houden c.q. laten herstarten van nertsenbedrijven vanuit het oogpunt van de volksgezondheid onverantwoord en onacceptabel is zolang er geen humaan en veterinair vaccin beschikbaar is. Wij vertrouwen erop dat u het beschermen van onze volksgezondheid serieus neemt en daarnaar zult handelen.”
Het is 1/2 augustus geweest. En wat doet Schouten! Precies. Niks dus! Weer de poetser van de vee-baron spelen. Dus verder gaan met het aanhoudend boerenbedrog!
Natuurlijk gebeurt die ruiming niet! Wie gelooft nog in deze overheid, die nu weer een zelfde “beleid” hanteert als eerder bij de Q-koorts? Het is geen half, maar eind augustus inmiddels!