AMERSFOORT / DEN HAAG – Burgers (milieuorganisaties) worden geregeld geconfronteerd met complexe en vooral vuistdikke milieueffectrapportages (MER). Het lijkt allemaal tot in de puntjes uitgezocht. Uit een rapport van TwynstraGudde blijkt echter dat er in de praktijk nogal wat ‘locatie-specifiek maatwerk’ wordt geleverd. Zo is het begrip ‘aanzienlijke milieugevolgen’ nergens goed omschreven; het ontkennen of afzwakken ervan is dus ook vrij eenvoudig. Verder blijken de meeste aanmeldnotities ‘van onvoldoende kwaliteit’.
Milieueffectrapportages, vaak afgekort tot MER, spelen een belangrijke rol bij het ‘legitimeren’ van besluitvorming van de overheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het aanwijzen van nieuwe locaties voor mestverwerkingsinstallaties. TwynstraGudde onderzocht in opdracht van het ministerie van IenW hoeveel omgevingsvisies zijn vastgesteld in de werkgebieden van de 29 omgevingsdiensten en hoe zij omgaan met MER-beoordelingen.
MER-beoordelingen
Uit deze analyse blijkt dat alle omgevingsdiensten betrokken zijn bij MER-beoordelingen, meestal vanuit een adviserende rol. Verder stellen provincies en grote gemeenten vaak zelf omgevingsvisies op, terwijl kleinere gemeenten dat in mindere mate doen. Provincies en gemeenten zijn niet verplicht advies te vragen aan een omgevingsdienst bij het opstellen een omgevingsvisie. Als gemeenten en provincies dit wel doen, blijkt de betrokkenheid wisselend. Omgevingsdiensten geven aan dat zij niet beschikken over een actueel overzicht van omgevingsvisies.
In sommige gevallen zijn omgevingsdiensten vanaf het begin bij het proces betrokken. Maar het komt ook voor dat de betrokkenheid zich beperkt tot een advies over een afgeronde visie op milieurelevante parameters. Voor omgevingsplannen, die zijn gemaakt of voorbereid, bestaat hetzelfde beeld. De Adviescommissie Vergunningen Toezicht en Handhaving (VTH) vindt dat advisering door de omgevingsdiensten over omgevingsplannen verplicht zou moeten worden gesteld. De omgevingsdiensten zien dit graag nóg verder uitgebreid, inclusief de omgevingsvisies.
Matige aanmeldnotities
De meeste aanmeldnotities, van zowel bedrijven als overheden, zijn volgens experts van de omgevingsdiensten ‘van onvoldoende kwaliteit’. Dit komt mede door onvoldoende kwaliteit van de ingehuurde adviesbureaus die deze notities opstellen. Bedrijven en overheden zien een MER-procedure met aanmeldnotitie en beoordeling vaak als een verplicht nummer dat geld kost en de doorlooptijd van een procedure verlengt, aldus de samenstellers van het rapport.
‘Aanzienlijke milieugevolgen’
Bij de beoordeling van een MER-procedure door een omgevingsdienst is het van groot belang of een plan ‘aanzienlijke milieugevolgen’ kan hebben. Opmerkelijk is dat voor deze beoordeling geen harde criteria zijn vastgelegd, zodat omgevingsdiensten en ook gemeenten hier verschillend mee omgaan. ‘Dat leidt er ook toe dat de motivering van het wel of niet verplichten tot het opstellen van een MER complex is. Het begrip ‘aanzienlijke milieugevolgen’ is locatie-specifiek; een motivering moet dus altijd maatwerk zijn’, aldus het rapport.
Volgens TwynstraGudde zou het opstellen en beoordelen van aanmeldnotities vereenvoudigd en versneld kunnen worden indien aan het begrip ‘aanzienlijke milieugevolgen’ een meer concrete invulling wordt gegeven. Uit dit advies valt af te leiden dat burgers (milieuorganisaties) er verstandig aan doen om MER-rapporten altijd kritisch te lezen en stevig door te vragen op welke wijze dit zogenaamde ‘locatie-specifiek maatwerk’ tot stand is gekomen. Het riekt naar ‘u vraagt, wij draaien’.
Handreiking
TwynstraGudde oppert dat Omgevingsdienst NL in overleg met het Interprovinciaal Overleg (IPO) en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), vooruitlopend op een nadere uitwerking van het begrip ‘aanzienlijke milieugevolgen’ door het ministerie van IenW, alvast een handreiking kunnen opstellen om landelijk een meer uniforme werkwijze te bereiken voor MER-procedures. De geraadpleegde experts van de omgevingsdiensten stellen verder voor om het netwerk MER-specialisten bij Omgevingsdienst NL te versterken.
Zie ook:
- Grote budgetverschillen Wnb-taken omgevingsdiensten
- Grote variatie in functioneren regionale omgevingsdiensten
- Onderzoek: actualiseren van vergunningen verloopt te traag