DEN BOSCH – Het provinciebestuur maakte 12 november 2024 bekend dat Noord-Brabant als eerste provincie in Nederland een eigen intrekkingsbeleid rond ‘ongebruikte stikstofruimte in natuurtoestemmingen’ gaat voeren. De maatregel geldt voor zowel veehouderijen als industrie en zou per 1 juli 2026 moeten ingaan. Het intrekken van ongebruikte ruimte moet er volgens de provincie voor zorgen dat de staat van de Brabantse natuur niet verder verslechtert.
In 2018 publiceerde Mens, Dier & Peel al een uitgebreid achtergrondartikel over het omvangrijke aantal ‘niet-gebruikte’ vergunningen die veehouderijen in veel Brabantse gemeenten nog op de plank hebben liggen. Met deze zogeheten ‘latente ruimte’ kunnen veehouderijen in beginsel nog steeds fors uitbreiden. De omvang van deze latente ruimte verschilt aanzienlijk per diersoort, regio en gemeente en is daarmee sterk afhankelijk van het lokaal gevoerde vergunningenbeleid, zo blijkt uit het artikel.
Zo zou bijvoorbeeld de varkensstapel in veel Brabantse gemeenten op basis van deze vergunningen in potentie nog fors kunnen groeien. Dit geldt eveneens voor bedrijven met pluimvee en rundvee. Hoewel er historisch beperkingen vastzitten aan het concreet inzetten van deze latente ruimte, zoals de beschikbaarheid van dierproductie- en stikstofrechten, hebben veel bedrijven die ruimte al wel geregeld in hun vergunningen. Wanneer de heersende beperkingen (zouden) verdwijnen, zou dat vervolgens tot een nieuwe uitbreidingsgolf kunnen leiden. Alle reden dus om die ‘ongebruikte vergunningen’ actief te gaan intrekken.
Verzoeken tot intrekking
Volgens de provincie Brabant kan de mogelijkheid om meer dieren te houden of stikstof uit te stoten op basis van reeds verleende vergunningen ertoe leiden dat de stikstofuitstoot weer extra toeneemt. ‘Dat is niet wenselijk’, aldus de provincie. Mens, Dier & Peel is het daarmee eens. Anders wordt het in de toekomst weer dweilen met de kraan open.
‘Sinds een aantal jaar wordt de provincie geconfronteerd met verzoeken tot intrekking van gebruikte stikstofruimte in natuurtoestemmingen’, schrijft de provincie in een persbericht. ‘Hoewel het inperken van latente ruimte de stikstofdepositie niet verlaagt, is dit een noodzakelijke, preventieve maatregel. Deze voorkomt de feitelijke depositietoename en dat het effect van andere maatregelen die tot een daling van stikstofdepositie leiden, via een andere weg weer teniet worden gedaan.’
Aanpak veehouderij en industrie
De provincie zet daarom in op het terugbrengen van de ongebruikte ruimte in de veehouderij en de industrie. Bij veehouderijen gaat het om veehouders met een slapende vergunning en veehouders met niet gerealiseerde stallen. Onder slapende vergunningen verstaan wij bedrijven die niet (meer) actief zijn of andere activiteiten ontplooien.
Voor de industrie zetten we in op het terugbrengen van de ongebruikte ruimte bij industriële bedrijven met de grootste emissies. Dit wordt maatwerk, omdat bedrijven in deze sector zodanig van elkaar verschillen dat hiervoor een collectieve aanpak niet mogelijk is. In eerste instantie zet de provincie in op de tien bedrijven met de grootste emissies.
Stikstofuitstoot moet omlaag
Gedeputeerde Saskia Boelema: “Dit is een noodzakelijke stap om Brabant open te houden en de vergunningverlening voor natuurvergunningen weer mogelijk te maken. De stikstofuitstoot moet omlaag. De huidige stand van de natuur vraagt om (extra) passende maatregelen. Met het intrekken van ongebruikte ruimte nemen we een noodzakelijke, preventieve maatregel die verdere toename van de stikstofdepositie voorkomt. Willen we uiteindelijk weer gaan vergunnen, dan kunnen we er niet omheen om ongebruikte ruimte weg te nemen.”
Ontwerpverordening
Begin 2025 legt de provincie de ontwerpverordening ter inzage. Hierop kunnen zienswijzen worden ingediend die kunnen leiden tot aanpassing van het voorstel. Dit geldt eveneens voor landelijke ontwikkelingen en jurisprudentie. In het tweede kwartaal van 2025 volgt een voorstel aan Provinciale Staten tot wijziging van de Omgevingsverordening Noord-Brabant. Geraadpleegde bron: provincie Noord-Brabant
Dus niet onmiddellijk? Per 1 juli 2026? Dus weer bijna 2 jaren, waarin niks gebeurt??? En wie gelooft de overheid nog? Of zie ik dit te simpel??
Beste Jan, Ja, je gaat iets te snel door de bocht. Het intrekkingsbeleid is vooral bedoeld om de ‘latente ruimte’ in reeds verleende vergunningen in te trekken, zodra uitbreidingen in de toekomst weer mogelijk (dreigen te) worden. Het is dus vooral een preventieve maatregel om ‘dweilen met de kraan open’ te voorkomen.