Biologische landbouw scoort goed op duurzaamheid

WAGENINGEN – De biologische landbouw en veeteelt scoort goed op het thema ‘integrale duurzaamheid’, omdat aandachtspunten als milieu, klimaat, dierenwelzijn en profit nauw met elkaar zijn verweven. Dat blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van Wageningen Universiteit en het Louis Bolk Instituut, waarbij gekeken is naar de prestaties van de biologische landbouw op zeven aspecten van duurzaamheid.

Volgens de onderzoekers bestaat er geen andere duurzaamheid dan integrale duurzaamheid. Met andere woorden: bedrijfsvoeringen die niet aan integrale eisen voor duurzaamheid voldoen, verdienen dus niet het stempel ‘duurzaam’. “Dat geldt voor alle sectoren in onze samenleving en zeker ook voor de landbouw. Soms kunnen bepaalde maatregelen gunstig zijn voor meerdere doelen”, aldus de onderzoekers.

Biologische landbouw
Als voorbeeld noemen ze onder meer het verbeteren van de bodem met meer organische stof. Dat is goed voor de bodemvruchtbaarheid, maar ook voor het klimaat omdat op die manier meer CO2 wordt vastgelegd in de bodem. Maar soms werken maatregelen niet even gunstig voor alle doelen. “De vrije uitloop van dieren in de biologische veehouderij is goed voor het welzijn van de kippen, maar de dieren komen meer in aanraking met ziekteverwekkers. Dat kan een risico opleveren voor de gezondheid. Daar is wel weer iets aan te doen, maar dat vergt aanpassingen in de gehele bedrijfsvoering.”

De onderzoekers stellen vast dat de biologische landbouw een sterk groeiende markt is. Betrouwbare certificaten (waaronder het Eko-keurmerk) bieden een garantie voor de geleverde prestatie. De ambities van de biologische landbouw gaan verder en geven richting aan de ontwikkeling van de sector in de praktijk. De International Federation of Agriculture Movements (IFOAM) heeft hiervoor vier toetsingscriteria opgesteld: gezondheid, ecologie, billijkheid en zorg.

Diervriendelijker
Wageningen Universiteit en het Louis Bolk Instituut komen op basis van deze criteria onder andere tot de conclusie de biologische veehouderij op veel punten diervriendelijk is. “De dieren hebben een meer natuurlijke leefomgeving onder andere door een groter leefoppervlak per dier, meer daglicht, en vrije uitloop of weidegang. De dieren vertonen meer natuurlijk gedrag, kennen minder stress en zijn gezonder door meer beweging en daglicht.”

De keuze voor vrije uitloop van dieren vergroot echter wel het risico op infecties. Snavels van kippen worden niet behandeld en staarten van varkens niet geknipt. “Preventieve inzet van antibiotica is verboden, zieke dieren kunnen wel behandeld worden. Het totale antibioticagebruik is heel laag in vergelijking met het gebruik in de gangbare veehouderij”, aldus de onderzoekers.

Minder schadelijk
Daarnaast  bevatten biologische producten meer gezonde inhoudsstoffen en minder schadelijke stoffen vergeleken met niet-biologische producten. “Of biologische producten gezonder zijn, is moeilijk te zeggen omdat daarbij vooral het voedingspatroon een grote rol speelt.” Een ander pluspunt is dat biologische landbouw minder broeikasgasemissie per hectare produceert dan de gangbare landbouw. Maar ook dit heeft weer een keerzijde: door de extensieve en diervriendelijke productiewijze, die leidt tot lagere opbrengsten of meer voerverbruik per dier, is de emissie per kilogram product in een aantal sectoren hoger.

Daar staan echter ook weer andere pluspunten tegenover. In de biologische landbouw worden geen chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en de totale emissie van nutriënten is lager. Een nadeel is dat bij vrije uitloop lokaal puntbelasting kan optreden wat minder gunstig is voor het milieu. Qua inkomens zijn er geen duidelijke verschillen tussen biologische ondernemers en hun gangbare collega’s. Wel hebben biologische bedrijven meer oppervlakte natuur met meer variatie en een grotere diversiteit aan gewassen en veerassen. Kortom, de biodiversiteit is hoger dan op gangbare bedrijven.

Maatschappelijk ondernemen
Biologische producten zijn steeds meer te zien in horeca, catering en supermarkt. De omzet van biologische producten groeit harder dan van andere segmenten in de foodretail. Het marktaandeel is echter nog steeds bescheiden, ook al kopen twee op de drie consumenten wel eens biologische producten. Veel biologische bedrijven zijn ook actief bezig met zorg, kinderopvang, recreatie, educatie en verkoop aan huis. Een vorm van maatschappelijk ondernemen die de band tussen consumenten, burgers en boeren herstelt.

 

Dit bericht is geplaatst in Biologisch, Consument. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.