DE PEEL – ‘Tjoewiet’. ‘Tjoewiet’. Het typische geluid van de kievit in het vroege voorjaar is een hoorbaar signaal dat de lente is begonnen! Helaas beginnen de toonladders van deze weidevogel in De Peel zeldzaam te worden. Mensen die regelmatig in het buitengebied wandelen, merken dit al jaren. Het is ook te zien: landbouwpercelen worden steeds groter en worden ook steeds vaker gelijktijdig bewerkt of gemaaid. Het gevolg is dat legsels en jonge kuikens van kieviten en andere weidevogels het loodje leggen.
Door de schaalvergroting die zich de afgelopen decennia heeft voltrokken op het platteland zijn weilanden en akkers sterk in omvang toegenomen. Door de snelle afvoer van water en verlaging van de waterstand zijn veel percelen een stuk droger geworden. Dit heeft geleid tot verschraling en eenzijdige vegetatie: grasvlakten die bijna allemaal gelijktijdig worden gemaaid en akkers die in de aanloop naar het zaaien van de maïs massaal worden bemest en omgeploegd. Daardoor is de kans dat een legsel uitgebroed kan worden en de kuikens opgroeien tot volwassen dieren aanzienlijk afgenomen.
Broedseizoen
Het broedseizoen van de kievit loopt van half maart tot in juli. Het broeden duurt 26 à 28 dagen. Vroeger waren er nog veel bloemrijke graslanden waar veel insecten leefden. Deze insecten vormen het hoofdvoedsel van jonge weidevogels. De eerste legsel van de kievit komen dus tussen half april en half mei uit. Dat is precies het moment waarop akkers worden omgeploegd voor het telen van maïs en andere gewassen. Ook wordt meestal in deze periode massaal de eerste snede gras gemaaid. De kans dat de eerste legsels deze invasie overleven, is aanzienlijk afgenomen.
De kansen voor het tweede legsel liggen ook een stuk lager. Kieviten houden van een leefomgeving met korte vegetatie. Een legsel bestaat meestal uit vier eieren van gemiddeld 47 x 34mm. Het nest wordt gemaakt in een ondiep kuiltje op een plek met niet te veel gras. Meestal broedt de kievit op grasland, maar ook op bouwland worden kievitsnesten aangetroffen. De grote akkers met snel opkomende maïs zijn voor de meeste vogels is geen aantrekkelijke biotoop.
De meeste weidevogel zullen daarom opnieuw proberen nakomelingen te krijgen in een weiland. Maar afhankelijk van de weersomstandigheden volgt circa zes weken na de eerste oogst vaak een tweede maaiperiode (juni / juli), waardoor de kans dat het tweede legsel zal opgroeien ook aanzienlijk kleiner is geworden. Met de kleinschalige akkers en weilanden hadden weidevogels vroeger veel meer kansen.
Kievit en grutto
Volgens het Compendium voor de Leefomgeving gaat de landelijke populaties van grutto, tureluur, scholekster en kievit al jaren achteruit. In 2009 lag het aantal weidevogels grofweg 10 tot 60 procent onder het niveau van 1990. Hoewel de kievit nog geen bedreigde weidevogel is, is de populatie sinds 1980 met een paar procent per jaar achteruit gegaan ten gevolge van de landbouw en verdroging. In 2000 werden in heel Nederland 200.000 tot 300.000 broedparen vastgesteld. Met de grutto gaat het aanzienlijk slechter. In 2004 waren en nog maar een kleine 60.000 paren. Ter vergelijking: in de jaren ’80 telde ons land nog circa 100.000 broedparen.
- Meer informatie: Sovon
Ook zangvogels die op landbouwpercelen broeden, zijn sinds 1990 achteruit gegaan. Van het aantal veldleeuweriken is nog maar 30 procent over in vergelijking met de jaren negentig. Per regio zijn er duidelijke verschillen van de weidevogelpopulatie. Sinds de eeuwwisseling loopt de weidevogelstand ook in het westen en zuidwesten van Nederland sterk terug, vooral in de laagveengebieden in Noord- en Zuid-Holland. De aantallen van de veldleeuwerik, graspieper en gele kwikstaart zijn hier sinds 2000 zelfs meer dan gehalveerd.
- Compendium voor de Leefomgeving: aantallen weidevolgels
Weidevogelbescherming
Sinds de jaren negentig worden er stappen ondernomen om de achteruitgang van weidevogels te stoppen, zoals nestbescherming, aanpassingen in het maaibeheer en het instellen van reservaten. Met wisselend succes, want desondanks is de achteruitgang van weidevogels niet gestopt. Ook het Brabants Landschap zet zich al jaren in via het project ‘Vrijwillige weidevogelbescherming’.
Het droge voorjaar in 2011 was extra rampzalig voor de kievit. Daardoor was er zo weinig voedselaanbod, dat veel vogels niet aan leggen toekwamen de jongen zo verzwakt waren dat een gemakkelijke prooi waren voor roofdieren. Volgens diverse Brabantse weidevogelgroepen werden er weinig en soms zelfs helemaal geen kievitlegsels gevonden en dat de grutto’s later, of helemaal niet, tot broeden kwamen.
- Meer informatie: www.weidevogelbescherming.nl
Volgens het Kenniscentrum Weidevogels nam de populatie kieviten tussen 1990 en 1996 aanvankelijk toe, maar deze trend heeft zich helaas niet doorgezet. In 2007 duikt het aantal kieviten voor het eerst onder de ‘nullijn’. De recente afname wordt onder andere beïnvloed door veranderingen in het klimaat en een ongeschikte graslandstructuur tijdens de broed- en kuikentijd. Een te dichte graslandvegetatie en een sterk vervroegde maaidatum blijken ongunstig te zijn. (Both et al., 2005). Daar kan geen weidevogelbescherming tegenop. Er zijn zelfs aanwijzingen (Schekkerman & Müskens, 2000) dat beheersmaatregelen negatief uitpakken voor de kievit. De belangrijkste maatregel is het uitstellen van het tijdstip van maaien, terwijl de kievit juist van kort gras houdt.
- Meer informatie: www.kenniscentrumweidevogels.nl
Anti-wormmiddelen
Het voedsel van kieviten bestaat vooral uit allerlei ongewervelden, vooral tussen de vegetatie en op de bodem. Open gebieden met een rijke bodemfauna zijn voor de kievit een ideale biotoop. Door het op grote schaal gebruiken van anti-wormmiddelen in (met name) varkensvoer is de kwaliteit van het bodemleven door de jaren heen sterk achteruit gegaan. Het gevolg is dat er veel minder wormen in de grond voorkomen en er dus ook minder voedsel is voor weidevogels als de kievit. Ook voor boeren is achteruitgang van het bodemleven een probleem. Wormen zijn essentieel voor de omzetting van plantenresten in humus en een gezonde bodem.
In Friesland (en Groningen) bestaat tot slot een oude traditie: het rapen van kievitseieren vroeg in het broedseizoen. In ‘ruil’ voor het leeghalen van de nesten worden vervolglegsels beschermd. Volgens Vogelbescherming Nederland kan deze nestbescherming ook zonder eieren te rapen. Wie het beschermen van vogels serieus neemt, haalt niet eerst de eieren weg. Ook niet van een algemene soort.
- Voor wie de kievit wil horen: ga wandelen of klik op kievit
Vossenkenner Jaap Mulder meldt vandaag in het Eindhovens Dagblad: “Economisch gezien hebben we (?) onze keuze gemaakt. In een land met veel intensieve landbouw is geen plaats voor weidevogels.”