EINDHOVEN / MAASTRICHT – Tussen 2007 en 2009 vond in Nederland (vooral Brabant) de grootste Q-koortsuitbraak ter wereld plaats. Er werden meer dan 4.000 gevallen gemeld van acute Q-koorts. Volgens het Jeroen Bosch Ziekenhuis zijn circa 100.000 mensen besmet geraakt. Het RIVM houdt vast aan 50.000 besmettingen. Door het aanhoudende karakter van de epidemie en toename van het aantal (mogelijk) besmette patiënten bleek de diagnostiek complex. Vrijdag 17 januari promoveert Marjolijn Wegdam-Blans, werkzaam bij stichting PAMM in Eindhoven, op een proefschrift over een nieuwe, diagnostische richtlijn die leidend is voor het opsporen van chronische Q-koorts.
Q-koorts bestaat uit twee verschillende ziektebeelden: acute Q-koorts, die zich met name presenteert als een griepachtig ziektebeeld of longontsteking, en chronische Q-koorts, waarbij een ziektebeeld zich soms pas jaren na de besmetting manifesteert bij patiënten met afwijkingen aan de grote slagader of hartklep. Chronische Q-koorts begint vaak met koorts, waarbij de hartklep of lichaamsslagader besmet zijn geraakt.
Niet kweekbaar
Q-koorts wordt veroorzaakt door een bacterie, Coxiella burnetii. De diagnostiek van deze bacterie is ingewikkeld, omdat deze niet te kweken is zoals bijvoorbeeld het geval is bij verwekkers van urineweginfecties (E. coli). Voor het aantonen van Q-koorts wordt gebruik gemaakt van zogenoemde antistoftesten en soms van een PCR-test. Met een PCR-test is het genetisch materiaal van de Coxiella burnetii bacterie aantoonbaar. Beide testen worden gebruikt in zowel de diagnostiek van acute – als van chronische Q-koorts.
Het merendeel van de mensen die besmet zijn geraakt tijdens de Nederlandse uitbraak, hebben geen van beide ziektebeelden gekregen. Ze hebben de bacterie zelf geëlimineerd, waarbij antistoffen zijn aangemaakt. Uit de onderzoeken van Marjolijn Wegdam-Blans is gebleken dat voor het vaststellen van acute Q-koorts de antistoftesten goed werken, wanneer twee bloedmonsters van een patiënt worden afgenomen op verschillende tijdstippen.
Actuele gegevens
Daarnaast is aangetoond dat de antistoffen die worden waargenomen met antistoftesten heel lang (jaren) in het bloed aantoonbaar blijven. Hierdoor wordt de waarde van een positieve antistoftest bij een patiënt zonder (Q-koorts specifieke) klachten zeer beperkt. Het is voor het laboratorium daarom van belang om over meer actuele klinische gegevens van de patiënt te beschikken. Deze gegevens hebben namelijk belangrijke invloed op het onderzoeksresultaat.
De diagnostiek van chronische Q-koorts is complex. Naast laboratoriumuitslagen zijn ook resultaten van beeldvormend onderzoek (radiologie) en klinische symptomen van belang bij het vaststellen van de diagnose chronische Q-koorts. De richtlijn, beschreven in het proefschrift van Wegdam-Blans combineert deze factoren en deelt patiënten in drie groepen in: bewezen (behandeling met antibiotica), waarschijnlijke (behandeling antibiotica bespreken) en mogelijke (geen antibiotica, wel 3-maandelijkse controle) chronische Q-koorts.
Opsporen chronische patiënten
De prognose van chronische patiënten hangt deels af van het tijdstip waarop het ziektebeeld wordt herkend. Om besmette mensen vroeg op te sporen en ze daardoor een betere kans op genezing te geven, werd in de regio Brabant-Zuidoost een screeningprogramma opgestart. Met dit programma werden meerdere patiënten met chronische Q-koorts herkend. Deze patiënten waren zich niet bewust van het feit dat ze besmet waren geraakt met de Coxiella burnetii.
- De promotie van Marjolijn Wegdam-Blans op het proefschrift ‘Diagnostic challenges during the Dutch Q fever outbreak vindt plaats op vrijdag 17 januari 2014 aan Maastricht University. De promovenda is werkzaam bij stichting PAMM, hét regionale centrum voor infectieziekten en pathologie in Zuidoost-Brabant.
- Zie ook: RIVM: Meer doden door Q-koorts dan eerder aangenomen
Hoe dan ook: vele 10.000-en zijn besmet met q-koorts en dat spul in Den Haag vindt het prima, als er nog meer van die ziektefabrieken in Brabant/Limburg gebouwd worden, maar een onderzoek doen naar dat lek over stallenbouwvergunningen in die hoge toren in Den Bosch, ho maar! Dit is wederom een reden, om op 19 mrt., die lieden die hier nog veel meer vee wensen, weg te stemmen. Het is van levensbelang: het gaat om uw gezondheid en die is (al haast) onbetaalbaar!
Ook ik ben door de Q koorts besmet geworden in 2010,ik ben hierdoor mijn baan kwijtgeraakt. Mijn gezondheid is niet meer wat het geweest is maar daar kan ik mee leven. Waar ik niet mee kan leven is dat er ondanks alle waarschuwingen DEN HAAG net doet of het niets voorstelt. Iedereen weet als hij of zij goed nadenkt dat het genoeg is hier in Brabant met nog grotere stallen en nog meer dieren bij elkaar .Ik woon NIET in de buurt van stallen ben NIET in contact geweest met dieren en toch krijg ik Q koorts door het INADEMEN van de Lucht die hier hangt. Denk aan jullie kinderen en kleinkinderen want er zullen nog meer vreemde ziekte,s uitbreken als we dit niet stoppen.