DEN BOSCH – Gedeputeerde Staten van Brabant hebben een brief naar staatssecretaris Wilma Mansveld (Infrastructuur & Milieu) gezonden, waarin aangedrongen wordt op ‘een gedegen onderzoek naar het wettelijk voorgeschreven model om geuroverlast van veehouderijen te berekenen’, het zogenaamde V-Stacks-model. Volgens GS zijn er gegronde redenen om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van dit rekenmodel. De gezamenlijke bewoners- en milieugroepen in de Peelregio geven GS in dit artikel een aantal extra suggesties mee.
De brief van de provincie is gebaseerd op een onderzoek dat in opdracht van GS is uitgevoerd door ingenieurs- en adviesbureau Witteveen+Bos. Daarin wordt volgens de provincie aangetoond dat de geurberekeningen op basis van V-Stacks ‘zowel naar boven als naar beneden aanzienlijke verschillen vertonen met de realiteit. Dit betekent dat er momenteel geen betrouwbaar instrument voorhanden is op basis waarvan gemeenten vergunningaanvragen van veehouderijen kunnen beoordelen’, aldus een bericht op de website van de provincie.
Zowel veehouderijen als omwonenden ondervinden nadelige gevolgen van deze situatie, aldus de provincie:
- Bij een onderschatting is/wordt een vergunning afgegeven die voor een omwonenden meer hinder oplevert dan verwacht en wenselijk geacht.
- Bij een overschatting is/wordt geen vergunning afgegeven terwijl dat qua geurhinder wel acceptabel zou zijn (geweest). Het gevolg hiervan is weer dat kosteneffectieve maatregelen om knelpunten op te lossen niet in beeld komen.
Ernstige zorgen
GS geeft in de brief aan staatssecretaris Wilma Mansveld aan zich ernstige zorgen te maken over deze situatie: ‘Temeer omdat wij recentelijk de gemeenten in onze provincie hebben opgeroepen om in het kader van de transitie naar een duurzame veehouderij voortvarend aan de slag te gaan met het vaststellen van urgentiegebieden. Als een betrouwbaar instrument ontbreekt om de te verwachten mate van geurhinder te beoordelen, wordt dat een uiterst moeilijke, zo niet onmogelijke opgave”, aldus de brief.
GS dringen er bij de staatssecretaris op aan snel duidelijkheid te geven over de rechtspositionele gevolgen voor bestaande en nieuwe vergunningen en RO-besluiten en snel te zorgen voor een kortetermijnoplossing. Verder verwachten GS dat het Rijk de gemeenten gaat ondersteunen in de periode tot er een definitieve oplossing is. In de ogen van GS is voor de lange termijn een wetenschappelijke evaluatie van de geurhindersystematiek nodig, gevolgd door aanpassing van het rekenmodel.
- Rapport geurmodel: Witteveen+Bos
GS: neem dit ook mee
De gezamenlijke bewoners- en milieugroepen in de Peelregio dringen er op hun beurt bij de provincie op aan om bij staatssecretaris Wilma Mansveld ook met klem aandacht te vragen voor de volgende aandachtspunten:
- De normen voor fijnstof (PM10) worden in Nederland op een groot aantal locaties overschreden, vooral in gebieden met veel intensieve veehouderijen in Noord-Brabant, Limburg en Gelderland.
- In de ‘Wet geurhinder en veehouderij’ worden de volgende bronnen niet meegeteld: melkveehouderijen, nertsenfarms, mestfabrieken en het uitrijden van mest.
- Luchtwassers die stankoverlast en emissie moeten voorkomen, voldoen vaak niet aan de eisen die in de vergunning zijn gesteld of worden zelfs helemaal uitgeschakeld. Dit leidt tot 2,5 miljoen kg extra uitstoot aan ammoniak.
- Het ammoniak- en stikstofbeleid van de Nederlandse overheid is volgens de Algemene Rekenkamer onvoldoende om het verlies aan biodiversiteit te keren.
- Het beleid van de rijksoverheid ten aanzien van de stikstofdepositie is ontoereikend. De reductie die met de PAS kan worden bereikt bedraagt nog geen 5 procent, waardoor de kritische depositie op natuurgebieden in de Peel nog steeds ver wordt overschreden.
Altijd al geweten dat dat zaakje stinkt, dat… van die geurnorm, bedoel ik