GEMERT-BAKEL – Volgens een bericht in het ED (25 september 2014) moeten de inwoners van Elsendorp en De Rips zelf de stankoverlast gaan aanpakken die zij ervaren van nabij gelegen intensieve veehouderijen. Hiervoor worden werkgroepen opgezet met daarin onder anderen huisarts en leden van de dorpsraden. Een tamelijk vreemde werkwijze: bewoners moeten de stankoverlast gaan oplossen, terwijl de gemeenteraad van Gemert-Bakel recent de geurnormen nog heeft verruimd om de veehouderij ‘meer ontwikkelruimte’ te geven.
Volgens wethouder Anke van Extel (CDA) is het de bedoeling dat de gevormde werkgroepen contact gaan leggen met veehouders in de omgeving van Elsendorp en De Rips. Samen moeten zij gaan zorgen voor draagvlak en vervolgens samen de stankoverlast gaan terugdringen. Daarbij kunnen de lokale werkgroepen rekenen op ‘steun’ van het zogeheten urgentieteam (bestaande uit onder andere provincie Brabant, boerenbond ZLTO en gemeenten).
Welke steun de inwoners van het urgentieteam kunnen verwachten, is niet duidelijk. Vast staat wel dat een meerderheid in provinciale staten (CDA, VVD en SP) afgelopen februari (2014) heeft besloten om de veehouderij ruim baan te geven. Opmerkelijk is dat het probleem van de stankoverlast vooral bij de burgers / lokale gemeenschap op het bord wordt gelegd (dialoog), terwijl de oorzaak van de problematiek primair wordt veroorzaakt door falend beleid, waardoor het aantal dieren rondom Elsendorp en De Rips de afgelopen tien jaar fors is toegenomen.
Daar komt de veel te ruime stankregeling en ontoereikende handhaving van wet- en regelgeving door de gemeente nog eens bij. Het vorige college (onder aanvoering van de Lokale Realisten) had een voorstel naar de raad gezonden om de stanknorm van bedrijven in de zogeheten verwevingsgebieden te verlagen van 14 naar 5 odour. Daar werd echter kort voor de verkiezingen een stokje voor gestoken, toen coalitiepartner Dorpspartij het op een akkoordje gooide met het CDA en de geurnorm voor de verwevingsgebieden weer optrok naar 14 odour.
Ruimere geurnormen
Opmerkelijk is dat de geurnorm (14 odour) in de verwevingsgebieden nu soepeler is dan de 10 odour die voor de LOG’s geldt; gebieden die ooit waren bestemd om de intensieve veehouderij te laten groeien. De gevolgen van dit besluit laten zich raden: meer stank. De facto zijn de voormalige verwevingsgebieden nu ook LOG-gebieden geworden.
Overigens wordt de term ‘verwevingsgebieden’ sinds 1 juli niet meer gebruikt, omdat de Reconstructiewet met ingang van die datum bij het oud vuil is gezet. Een wet die de gemeenschap honderden miljoenen euro’s heeft gekost en in de Peelregio heeft gezorgd voor een forse groei (+22 procent) van de varkensstapel. Mens, Dier & Peel heeft daarom in een zienswijze gepleit voor verdere aanscherping van de geurnormen.
Hiaten wet Geurhinder en veehouderij
Tegen dit licht is het zacht uitgedrukt nogal vreemd dat de gemeente het oplossen van de stankoverlast vooral neerlegt bij de bewoners van Elsendorp en De Rips. En dan hebben we het nog niet gehad over de grote hiaten in de wet Geurhinder en veehouderij. In die wet wordt de melkveehouderij, het uitrijden van mest, mestfabrieken én nertsenhouderij NIET meegeteld als stankbron. Het is de omgekeerde wereld, want juist die bronnen zijn pregnant aanwezig rond beide kernen.
Voorjaar 2015 kunnen weer gaan stemmen. Dus de kans om partijen (CDA, VVD, SP) die de veehouderij teveel ruimte geven weg te stemmen. Gezondheid was geen reden om een mestfabriek te weigeren, zei gedeputeerde Van den Hout (SP) onlangs. Het maakt dus niet uit welke van die 3 partijen spreekt. Stem dus niet op CDA, VVD en SP.
“Bewoners moeten de stankoverlast oplossen”. Welja! Dat is wat vee-industrie en hun politieke supporters al jaren doen: het probleem gecreëerd door de vee-industrie bij de rest der bevolking over de schutting gooien. En hoe zit het met die wazige stanknorm?