Hoeveel subsidiegeld is er in 2017 door de Europese Unie (“Brussel”) uitbetaald aan de agrosector in Nederland. Hieronder wordt per regeling aangegeven hoeveel geld is uitgekeerd en met welk doel. De verstrekte informatie is afkomstig van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) . In totaal betaalde de EU € 667.257.150 aan subsidies uit in 2017 aan de agrosector. De grootse kostenpost is II.01 Basisbetalingsregeling. Hieraan werd € 470.263.101 ofwel 70,5% van het GLB-budget in Nederland uitgegeven. In totaal ontving Nederland € 735 miljoen in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ofwel Common Agricultural Policy (CAP). Uit de verantwoording van de RVO blijkt niet waar het verschil tussen ontvangen en uitbetaalde subsidies (€ 68 miljoen) aan is besteed.
EU-subsdies GLB
€ 3.697.050 |
Steun die tijdelijk aan producenten van bepaalde producten wordt verleend in verband met de kosten van particuliere opslag.
€ 2.342.595 |
Subsidie voor de promotie van landbouwproducten binnen en buiten de EU.
€ 319.856 |
Subsidie voor de promotie van landbouwproducten binnen en buiten de EU.
€ 1.873.875 |
Met deze maatregel kunnen de lidstaten technische bijstand verlenen voor acties ter ondersteuning van de administratieve capaciteit voor het beheer van de ESI-fondsen. Deze acties kunnen gericht zijn op voorbereiding, beheer, monitoring, evaluatie, voorlichting en communicatie, netwerkvorming, afhandelen van klachten en controles en audits in het kader van de plattelandsontwikkelingsprogramma’s.
€ 138.631 |
Deze maatregel is erop gericht Leader op sub-regionaal (‘plaatselijk’) niveau te behouden als een instrument voor geïntegreerde territoriale ontwikkeling, waardoor een rechtstreekse bijdrage wordt geleverd aan een evenwichtige territoriale ontwikkeling van plattelandsgebieden. Dit is een van de algemene doelstellingen van het plattelandsontwikkelingsbeleid. De steun voor door de gemeenschap geleide plaatselijke ontwikkeling (Leader in het kader van Elfpo) omvat a) de kosten van voorbereidende steun voor capaciteitsopbouw, opleiding en netwerkvorming met het oog op de voorbereiding en de uitvoering van een strategie voor door de gemeenschap geleide plaatselijke ontwikkeling, b) de uitvoering van concrete acties in het kader van de strategie voor CLLD, c) de voorbereiding en uitvoering van samenwerkingsactiviteiten van de plaatselijke actiegroep, d) de werkingskosten in verband met het beheer van de uitvoering van de strategie voor CLLD, e) de dynamisering van de strategie voor CLLD.
€ 8.991.860 |
Met deze maatregel wordt een nieuwe toolkit voor risicobeheer beschikbaar gesteld en worden nog meer mogelijkheden gecreëerd om voor verzekeringen en onderlinge fondsen gebruik te maken van de nationale middelen voor rechtstreekse betalingen, zodat hulp kan worden geboden aan landbouwers die worden blootgesteld aan steeds grotere economische en ecologische risico’s. De maatregel voert eveneens een inkomensstabiliseringsinstrument in voor het vergoeden van landbouwers van wie het inkomen ernstig gedaald is.
€ 64.793 |
Deze maatregel bevordert samenwerkingsvormen waarbij ten minste twee organisaties betrokken zijn en die gericht zijn op de ontwikkeling van (onder meer): proefprojecten, nieuwe producten, praktijken, processen en technieken in de landbouw-, de voedings- en de bosbouwsector, toeristische diensten, korte toeleveringsketens en plaatselijke markten, gezamenlijke projecten/praktijken die betrekking hebben op het milieu/de klimaatverandering, projecten voor de duurzame levering van biomassa, strategieën voor plaatselijke ontwikkeling buiten Leader, bosbeheerplannen, diversificatie naar activiteiten in het kader van de ‘sociale landbouw’.
€ 54.410.734 |
Met deze maatregel worden grondbeheerders gestimuleerd om landbouwpraktijken toe te passen die bijdragen aan de bescherming van het milieu, het landschap, natuurlijke hulpbronnen en klimaatmitigatie en adaptatie. Het kan zowel gaan om milieuvriendelijke verbeteringen van landbouwpraktijken als om het behoud van bestaande milieuvriendelijke praktijken.
€ 22.377.605 |
Deze maatregel is erop gericht de economische en de milieuprestaties van landbouwbedrijven en rurale ondernemingen te verbeteren, de efficiënte werking van de sector verwerking en afzet van landbouwproducten te intensiveren, de voor de ontwikkeling van de landbouw en de bosbouw vereiste infrastructuur ter beschikking te stellen en de voor de verwezenlijking van de milieudoelstellingen vereiste niet-productieve investeringen te ondersteunen.
€ 3.976.000 |
Maatregelen die krachtens artikel 219, lid 1, 220, 221 lid 1 en 2 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor de veehouderijsectoren zijn genomen als maatregelen ter ondersteuning van landbouwmarkten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Gepubliceerd worden de rechtstreeks begunstigden. Dit zijn de rechtspersonen waaraan het betaalorgaan de steun heeft uitbetaald. Deze rechtspersonen zien erop toe dat het economisch voordeel van de steun volledig ten goede komt aan de landbouwers in de betrokken veehouderijsector.
€ 6.592.191 |
Maatregelen die krachtens artikel 219, lid 1, 220, 221 lid 1 en 2 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor de veehouderijsectoren zijn genomen als maatregelen ter ondersteuning van landbouwmarkten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
€ 26.987.722 |
Steun voor levende runderen die in uitzonderlijke omstandigheden wordt verleend binnen de grenzen overeenkomstig VWEU, om het verschil tussen de interne EU-prijs en de prijs op de wereldmarkt te overbruggen.
€ 156.385 |
Steun die aan de sector wordt verleend via bijenteeltprogramma’s ter bevordering van de productie en de afzet van producten van de bijenteelt.
€ 39.695.566 |
De telers worden aangemoedigd zich aan te sluiten bij producentenorganisaties (PO’s). Die ontvangen steun voor het uitvoeren van operationele programma’s, op basis van een nationale strategie. Er wordt ook steun verleend om inkomensschommelingen als gevolg van crisissen te matigen. Verder gaat steun naar crisispreventie- en crisisbeheersingsmaatregelen in het kader van de operationele programma’s, d.w.z. het uit de markt nemen van producten, groen oogsten/niet oogsten, afzetbevorderings- en communicatie-instrumenten, opleiding, oogstverzekeringen, hulp om bankleningen te verkrijgen en te voldoen aan de administratieve kosten voor het opzetten van onderlinge fondsen (door landbouwers beheerde stabilisatiefondsen).
€ 235.995 |
Steun ter ondersteuning van de verdeling van melk aan kinderen in kleuterscholen, basisscholen en middelbare scholen, om hen te stimuleren meer melk te eten en hun eetgewoonten te verbeteren.
€ 3.209.891 |
Steun ter ondersteuning van de verdeling van groenten en fruit aan kinderen in kleuterscholen, basisscholen en middelbare scholen, om hen te stimuleren meer groenten en fruit te eten en hun eetgewoonten te verbeteren.
€ 21.369 |
Steun voor de braaklegging van landbouwgrond in 2017 in kader EU-landbouwbeleid.
-€ 35.754 |
Als de marktprijs van bepaalde landbouwproducten onder een vooraf bepaald niveau daalt, is een interventie door de bevoegde instanties van de lidstaten toegestaan om de markt te stabiliseren door overschotten op te kopen. Die overschotten kunnen dan worden opgeslagen totdat de marktprijs weer stijgt.
€ 732.308 |
Als de marktprijs van bepaalde landbouwproducten onder een vooraf bepaald niveau daalt, is een interventie door de bevoegde instanties van de lidstaten toegestaan om de markt te stabiliseren door overschotten op te kopen. Die overschotten kunnen dan worden opgeslagen totdat de marktprijs weer stijgt.
€ 1.260.662 |
Als de marktprijs van bepaalde landbouwproducten onder een vooraf bepaald niveau daalt, is een interventie door de bevoegde instanties van de lidstaten toegestaan om de markt te stabiliseren door overschotten op te kopen. Die overschotten kunnen dan worden opgeslagen totdat de marktprijs weer stijgt.
€ 5.740.680 |
Jaarlijks wordt een korting toegepast op de directe betalingen om budget vrij te maken voor crisismaatregelen in de vorm van een crisisreserve. Niet benutte middelen uit de crisisreserve moeten na het begrotingsjaar worden terugbetaald aan de begunstigden. In 2017 zijn de niet-benutte middelen uit de crisisreserve 2016 aan de begunstigden terugbetaald.
€ 509.152 |
Steun voor specifieke sectoren of teelten. De lidstaten kunnen besluiten om ten hoogste 8 % (of in afwijking daarvan en na goedkeuring door de Commissie ten hoogste 13 %) van hun nationale maximum te gebruiken voor rechtstreekse betalingen (plus 2 % voor de bevordering van eiwithoudende gewassen) ter financiering van gekoppelde steun voor sectoren of regio’s waar specifieke soorten landbouw of specifieke landbouwsectoren die om economische, sociale of ecologische redenen van groot belang zijn, bepaalde problemen ondervinden.
€ 864.987 |
Steun voor specifieke sectoren of teelten. De lidstaten kunnen besluiten om ten hoogste 8 % (of in afwijking daarvan en na goedkeuring door de Commissie ten hoogste 13 %) van hun nationale maximum te gebruiken voor rechtstreekse betalingen (plus 2 % voor de bevordering van eiwithoudende gewassen) ter financiering van gekoppelde steun voor sectoren of regio’s waar specifieke soorten landbouw of specifieke landbouwsectoren die om economische, sociale of ecologische redenen van groot belang zijn, bepaalde problemen ondervinden.
€ 12.940.634 |
De betaling voor jonge landbouwers is een ontkoppelde areaalbetaling die naast de basisbetaling wordt toegekend aan jonge landbouwers (die niet ouder zijn dan veertig jaar in het jaar van de eerste indiening en die voor het eerst als bedrijfshoofd een landbouwbedrijf oprichten). De betaling is verplicht voor de lidstaten, zij kunnen voor de financiering ervan ten hoogste 2 % van hun nationale maximum zoals genoemd in Bijlage II gebruiken. Aangezien deze betaling als doel heeft de eerste vestiging van jonge landbouwers gedurende de beginperiode van hun bedrijf te vergemakkelijken, kan een jonge landbouwer deze betaling gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar na oprichting ontvangen. Het is aan de lidstaten om een berekeningsmethode voor die betaling vast te stellen. Afhankelijk daarvan worden de jonge landbouwers betaald per hectare of via een forfaitair bedrag per bedrijf.
€ 7.076 |
Vergroening: naast de betaling in het kader van de basisbetalingsregeling/REAB ontvangen de landbouwers een ontkoppelde areaalbetaling per hectare als compensatie voor het toepassen van de volgende drie klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken: het in stand houden van blijvend grasland, gewasdiversificatie en ecologisch aandachtsgebied op de landbouwgrond.
€ 470.263.101 |
De basisbetalingsregeling is een voor de lidstaten verplichte areaalbetaling die losstaat van de productie en die berust op de aan landbouwers toegewezen betalingsrechten. De basisbetalingsregeling ligt (samen met de regeling inzake een enkele areaalbetaling) ten grondslag aan de basisbetaling, zonder welke een landbouwer geen toegang heeft tot andere rechtstreeksebetalingsregelingen, met uitzondering van vrijwillige gekoppelde steun.
€ 446 |
Doel van deze regeling is landbouwers te compenseren voor de kosten die zij maken voor de aanleg van een electronische databank voor de registratie van hun schapen en geiten.
-€ 75.896 |
Met deze regeling worden investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen gestimuleerd. Veehouders kunnen susbsidie krijgen voor een deel van de extra kosten om een stal integraal duurzaam te maken. Integraal duurzame stallen en houderijsystemen zijn in de regeling gedefinieerd als stallen en houderijsystemen die, op het terrein van dierenwelzijn, zijn uitgerust met maatregelen die verder gaan dan hetgeen bij of krachtens wet is voorgeschreven en die tegelijkertijd tenminste voldoen aan maatschappelijke randvoorwaarden en wettelijke eisen ten aanzien van milieu, diergezondheid, arbeidsomstandigheden, landelijke inpasbaarheid en economische haalbaarheid.
-€ 929.301 |
Het doel van deze regeling is om vernieuwing van landbouwapparatuur te stimuleren. Hierbij gaat het om landbouwapparatuur voor de bewerking, bemesting, bespuiting, beregening en het schoffelen van de grond. Dit is wenselijk omdat de nieuwe landbouwapparatuur het niet meer nodig maakt om het hele perceel op dezelfde manier te bewerken. De drie andere steunwaardige investeringen op grond van deze regeling dragen bij aan de vernieuwing van bewaarplaatsen voor plantaardige landbouwproducten, zoals producten van de akkerbouw, bollenteelt, groente en fruit.
€ 707.216 |
In het kader van deze regeling, die werd ingevoerd naar aanleiding van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van 2003, ontvangen de landbouwers een ontkoppelde bedrijfstoeslag. Vóór de hervorming van 2003 konden landbouwers een aantal specifieke rechtstreekse betalingen ontvangen die elk met een specifieke sector van de plantaardige of de dierlijke productie verband hielden (granen, melk, rundvlees enz.). Bij de hervorming van 2003 werden die specifieke rechtstreekse betalingen geïntegreerd in een enkele bedrijfstoeslag en werden de betalingen losgekoppeld van de productie van gewassen en vee.
€ 215.176 |
Vergoeding aan telers aangesloten bij een producentenorganisatie voor het uit de markt nemen, niet-oogsten, dan wel groen oogsten van groenten en fruit in het kader van de noodmaatregelen die zijn getroffen als gevolg van de importban van agrarische producten door de Russische Federatie.
-€ 11.338 |
Superheffing in 2017 in kader EU-landbouwbeleid.: Verschuldigde heffing op de door producenten op de markt gebrachte zuivelproducten die het melkquotum te boven gaan.