Volgens de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening kan de intensieve veehouderij zich ontwikkelen zoals aangegeven in de reconstructieplannen uit 2005. Zoals aan het begin van deze zienswijze aangeven is onderhavige Structuurvisie Ruimtelijke Ordening niet bijgewerkt op basis van de besluiten die op 19 maart zijn genomen door Provinciale Staten. Ook voldoet de Structuurvisie niet aan de inmiddels vastgestelde verordening ruimte. Op grond daarvan wijzen wij de passage ‘Beleid, a. intensieve veehouderij’ (pag. 61/133) af (>> onze reactie):
- ‘Binnen de verwevingsgebieden is de ontwikkeling van intensieve veehouderijbedrijven op een duurzame locatie tot 1.5 hectare altijd mogelijk.’ (>> Naar onze mening zou er altijd sprake moeten zijn van een bouwblok op maat en zou men niet klakkeloos iedere uitbreidingswens naar 1.5. ha moeten honoreren. In dit verband verwijzen we ook naar besluiten van 19 maart).
- ‘Op basis van de omliggende gebiedskenmerken (natuur en landschap), de duurzaamheids- vereisten en andere functies in de omgeving is op een duurzame locatie, na ontheffing, ruimte voor een bouwblok van maximaal 2,5 ha.’ (>> Binnen de nieuwe regelgeving is een dergelijke ontheffing niet meer mogelijk)
- ‘In gebieden met omliggende waarden, zoals de groeneblauwe mantel en nationale landschappen, wordt zeer terughoudend met het verlenen van ontheffing omgegaan.’ (>> Ook hier geldt dat ontheffing niet meer tot de mogelijkheden behoort.)
- ‘De intensieve veehouderij levert een bijdrage aan het opwekken van biogas door de vergisting van mest en biomassa met name binnen de bestaande sterke agrarische clusters.’ (>> Er is niet aangetoond dat vergisting van mest een duurzame bijdrage levert aan het milieu.)
- ‘Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s): Dit zijn gebieden van ca 20-500 ha waar de landbouw het primaat heeft. Hier is een duurzame ontwikkeling van intensieve veehouderijen mogelijk.’ (>> De term ‘duurzame ontwikkeling’ en ‘landbouw’ wordt onterecht toegepast; intensieve veehouderij is niet duurzaam en wat Nederland betreft niet grondgebonden)
- ‘Verwevingsgebieden: Dit zijn gebieden met een sterke menging van functies, maar landbouw is de bepalende gebruiker. Binnen de verwevingsgebieden is de ontwikkeling van intensieve veehouderijbedrijven tot 1.5 hectare op duurzame locaties altijd mogelijk.’ (>> Wij maken bezwaar tegen deze omschrijving, omdat hiermee voorrang wordt verleend aan de intensieve veehouderij t.o.v. andere ontwikkelmogelijkheden zoals burgerbewoning en recreatie. Zie verder eerdere opmerking.)
- ‘Op basis van de kwaliteiten van een gebied zijn er mogelijkheden voor een bouwblok van maximaal 2,5 ha.’ (>> Uitbreidingen tot 2.5 ha zijn inmiddels niet meer mogelijk.)
- ‘Extensiveringsgebieden: Dit zijn de gebieden die in de directe nabijheid liggen van natuur- of stedelijk gebied. Binnen deze gebieden ligt een sterke nadruk op landschap, recreatie, stedelijke functies, cultuurhistorie en grondgebonden landbouw. Binnen deze gebieden is, behoudens bestaande rechten, geen verdere ontwikkeling van intensieve veehouderijen mogelijk.’ (>> Wij zijn van mening dat actief ingezet moet worden op het ontmoedigen van verdere ontwikkeling van de intensieve veehouderij.)
- ‘Bedrijven worden gestimuleerd om hun IV-activiteiten in de extensiveringsgebieden te beëindigen of te verplaatsen naar duurzame locaties elders (afwaartse beweging).’ (>> Verplaatsing van intensieve veehouderijen naar een locatie in verwevinggebieden moet zoveel mogelijk worden vermeden.)