FAO: Livestock’s long shadow

fao_livestock_shadowROME – De schade die de veehouderij toebrengt aan het milieu is dermate omvangrijk, dat er snel moet worden ingegrepen. Dat schrijft de Wereld Voedsel Organisatie (FAO) in het rapport ‘Livestock’s long shadow; environmental issues and options’ uit 2006. Volgens de FAO behoort de veehouderij tot de grootste vervuilers en is daarmee verantwoordelijk voor ernstige aantasting van het milieu. Zowel op lokaal- als op wereldschaal.

De FAO verwacht dat onder invloed van de toenemende welvaart de consumptie van vlees gaat stijgen van 229 miljoen ton in 2001 naar 465 miljoen ton in 2050. De consumptie van zuivelproducten neemt in diezelfde periode toe van 580 naar 1.043 miljoen ton. De FAO stelt dat de (intensieve) veehouderij daarmee de snelst groeiende sector vormt binnen de land- en tuinbouw.

FAO: Trends in vlees en melkconsumptie

De schaduwzijde van deze ontwikkeling is dat de veehouderij verantwoordelijk is voor 18 procent van de uitstoot van het broeikasgas (CO2) wereldwijd. Daarmee overtreft de veehouderij zelfs de transportsector. Daarnaast is de veehouderij verantwoordelijk voor 65 procent van het lachgas, 37 procent van het methaan en 64 procent van alle ammoniak.

“De veehouderij levert de grootste bijdrage aan de ernstigste milieuproblemen in de wereld van vandaag. Snelle actie is noodzakelijk om tot een oplossing te komen”, aldus Henning Steinfield, directeur van de FAO-afdeling Veehouderij, Informatie en Beleid.

Grootschalige ontbossing
Op dit moment wordt dertig procent van de aardoppervlakte direct gebruikt door vee (weidegang) en nog eens 33 procent indirect voor het verbouwen van veevoedergewassen. Dat leidt tot grootschalige ontbossing, erosie en degradatie van vruchtbaar land. In het Amazone-gebied bijvoorbeeld wordt zeventig procent van het gekaapte regenwoud omgezet in weilanden voor het vee. Daardoor loopt de waterkwaliteit ernstig gevaar en wordt de biodiversiteit op grote schaal aangetast.

Veehouderij rond steden
Een andere tendens is dat veehouderijen in toenemende mate rondom stedelijke gebieden worden geconcentreerd. Dit gaat ten koste van de extensieve landbouw. Een bijkomend probleem van dit proces is dat intensieve productiemethoden leiden tot hoger gebruik van antibiotica en dat uitspoeling van mest zorgt voor ophoping van grote hoeveelheden nitraat en fosfaat in het grondwater. Ook de volksgezondheid is volgens de FAO in gevaar, vanwege de huisvesting van grote hoeveelheden dieren in de nabijheid van steden en dorpen, waardoor de kans op besmettelijke ziekten toeneemt.

Waterverbruik
Om de problematiek rond de groei van de (intensieve) veehouderij het hoofd te bieden, moeten er volgens de FAO onder meer beperkingen komen op de toegang tot land (verbod op gebruik kwetsbare gronden) en een vergoeding van milieudiensten door veehouders. Verder zouden de productie en voederwinning efficiënter moeten en het dieet van de veestapel worden aangepast. De FAO stelt verder dat het watergebruik door de veehouderij volledig moet worden doorbelast en dat vestiging van grootschalige veehouderijen rond steden moet worden tegengegaan.