Werkgelegenheid

In de discussie over de intensieve veehouderij wordt vaak gesteld dat deze sector een belangrijke bijdrage levert aan de werkgelegenheid. De bijdrage van de landbouwsector aan de totale werkgelegenheid in Nederland is relatief gering, zoals blijkt uit onderstaande gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bovendien zijn in deze cijfers naast werkgelegenheid in de veehouderij, ook visserij, akkerbouw, fruitteelt en bloemen- en groentenkwekerijen opgenomen. De vleessector is vooral een kapitaalintensieve sector die een zware stempel drukt op de leefbaarheid en het milieu in Nederland en vooral in De Peel.


Uit bovenstaande grafiek blijkt dat er in de landbouw en visserij in Nederland circa 112.000 mensen werken. De meeste andere sectoren bieden aanzienlijk meer werkgelegenheid.


De directe werkgelegenheid in de landbouw (veeteelt, visserij, akkerbouw, enz) loopt al jaren terug door toenemende schaalvergroting. Door deze schaalvergroting verdwijnt de traditionele boer van het toneel en komen er steeds meer ondernemers met kapitaalintensieve bedrijven. Hierdoor heeft het begrip ‘familiebedrijf’ sterk aan betekenis ingeboet.


Ook het aantal bedrijven met hokdieren (lichtblauwe lijn) loopt volgens het CBS de laatste jaren sterk terug. Van 8.200 in het jaar 2000 tot iets meer dan 5.300 in 2009. Omgekeerd nam het aantal dieren niet af, maar steeg juist de afgelopen jaren. Het gevolg is schaalvergroting en megastallen.