Volgens de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening is het belangrijk dat de agrarische bestemming in ‘sterke agrarische clusters binnen gemengd agrarisch gebied’ worden gehandhaafd. De reden of noodzaak hiervan wordt niet aangetoond noch onderbouwd. Ook wordt in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening de behoefte aan ruimte voor mensen uit de stedelijke omgeving geen recht gedaan door het ontwikkelperspectief van recreatieve voorzieningen ondergeschikt te maken aan die van ‘volwaardige agrarische bedrijven’. Deze mogen volgens de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening niet worden belemmerd in hun ontwikkelingsmogelijkheden.
Naar ons idee kunnen grondgebonden agrarische bedrijven best samengaan met recreatieve voorzieningen. Indien onder ‘agrarische bedrijven’ intensieve veeteelt wordt verstaan, dan wordt naar onze mening het belang van deze sector onevenwichtig zwaar bevoordeeld. Dat geldt ook voor wonen binnen sterke agrarische clusters voor glastuinbouw, boomteelt en intensieve veehouderij. Daar heeft volgens de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening de agrarische functie een voorkeurspositie. ‘De provincie is terughoudend met de ontwikkeling van niet-agrarische functies, omdat die de verdere ontwikkeling van de agrarische bedrijven kunnen hinderen.’ Met respect voor boer en tuinder; de aarde is van ons allemaal.